Kamperen vraagt wel wat voorbereiding. Gezien we 5 dagen na elkaar zullen kamperen, is het belangrijk dat we de nodige etenswaren inkopen. We gaan hiervoor naar de 'OK Grocer', de grootste concurent van Spar in Keetmanshoop. Het spreekt voor zich dat we geen haute cuisine zullen klaarmaken op de campings. We kopen blikken bonen in tomatensaus, een blik groenteratatouille, noedelgedoe, blikjes sardienen, smeltkaas voor tussen de boterham, 10 liter water, een zak chips, een diepgevroren pak kip, broodjes voor het middagmaal, ... .
Keetmanshoop heeft onze hartjes niet kunnen stelen. Het stadje stelt niet veel voor en het hotel was echt wel middelmatig. Gelukkig stond de carnavalsmuziek deze ochtend niet op (klagen helpt blijkbaar).
We geven de Terios een schouderklopje voor we vertrekken. Kwestie van hem een beetje gunstig te stellen na de avontuurlijke rit van gisteren. Vandaag zullen we zo'n 300 km afleggen, waarvan de eerste 200 over asfalt. We besluiten om niet direct te tanken, maar te wachten tot in Aus. Aus zou volgens de kaart een tankstation hebben. Het landschap start met uitgestrekte grasvlakten en gaat over in heuvelend grasland met hier en daar een berg die uit het niets uit de grasvlakten lijken te komen. Rijden in Namibie is genieten van het landschap.
Na zo'n 180 km begint het lampje van de benzine te pinken. De tank zal bijna leeg zijn. Het is nog 20 km naar Aus. Spannend! Gelukkig heeft Aus inderdaad een tankstation. Een overenthousiaste Duitser zet er zijn stereo volledig open. Het is Ramstein: 'We're all living in America. America is wunderbar.' Een beetje een surrealistische scene. Wij zijn zeer blij met de benzine.
Roadkill is een van de kenmerken van de autowegen in Namibie. We zijn inmiddels al talloze platte vachtjes tegengekomen. Vandaag ook een van de 'bat-eared fox' die we in de Kalahari ook al zagen. De vosjes hebben grote oren die op vleermuizen zouden lijken. Ze horen zo goed dat ze insectenlarven kunnen ontdekken tot 30 cm onder de grond. Insekteneters, ze zijn steeds in de weer om voldoende te eten. Een vleermuis heeft heel veel insekten per minuut nodig om voldoende energie op te nemen. Een Terios lijkt dit ook te moeten doen. Tijdens de rit spletteren veel insekten tegen de voorruit van de Terios. Hij ziet er inmiddels niet meer uit: Vol stof van Namibisch zand (binnen en buiten) en een voorkant vol lijken.
De weg na Aus is een gravelweg van slechte kwaliteit. Net wat we nodig hadden om wakker te blijven. Door het incident van gisteren ben ik allesbehalve overmoedig op deze gravel en rijd ik niet meer dan 60 km/u. Het landschap blijft veranderen. Tegen dat we onze nieuwe bestemming naderen, zien we de Namibwoestijn, met zijn rode duinen, aan onze linkerzijde en het Tirasgebergte aan onze rechterzijde. In het Tirasgebergte zullen we de komende dagen overnachten in het Namtib Biosphere Reserve op de camping. De Reserve ligt zo'n 12 km van de gravelweg richting de bergen. We rijden langs een zeer smal zanderig weggetje naar de receptie waar we worden onthaald door de jonge Duitse eigenaar. Best wel een vriendelijke jonge kerel. Zowel een diner als een mogelijke tour zit er niet in morgen. Hij staat er deze week helemaal alleen voor en dan is een tour uitgesloten. Hij kan ons wel helpen aan hout voor de 'braai' en kan ons morgen een vers stuk vlees afsnijden. We kunnen morgen ook een aantal wandelingen doen in de bergen. We vinden het allemaal best zo. Deze omgeving is immers bijzonder knap en weer iets helemaal anders dan we al gezien hadden.
De naam van de kampplaats, die nog eens zo'n 2,5 km verder ligt, is 'Little Hunters Rest'. Het is een mooi stuk op een grasheuvel voor de bergen met slechts 5 kampeerplaatsen. Weer is die zalige rust er. Als we stil zijn horen we niets anders dan de wind en de vogeltjes. Iets wat je nergens in Belgie kan ervaren. We voelen ons meteen thuis.
We zetten onze tent op onder een acaciaboom en gaan nog even wandelen om de omgeving te leren kennen. We wandelen tot de zonsondergang en zien een magisch dier dat we nog nooit in het wild hadden aanschouwd: de zwarte cobra. Een grote zwarte slang van zo'n 2,5 meter lang schrikt op naast het pad. Hij gaat in zijn bekende pose staan met de platte nek om een schijf te maken en ons af te schrikken. Een schitterend wezen zo'n cobra. Na het machtsvertoon op zo'n 2 meter van waar we staan, gaat hij verder het grasland in. Weer een dier om op ons lijstje te zetten.
De zonsondergang is bijzonder mooi en vraagt om gefotografeerd te worden. We voelen ons weerom in een paradijs op aarde. We genieten van een kampvuur, een heerlijk avondmaal van kip met aardappelen in de schil en geroosterde verse maiskolven en gaan daarna douchen bij 'candlelight' in de doucheblok. Jolijn heeft warm water omdat iemand het houtvuur onder de waterketel heeft aangedaan. Heerlijk primitief. We zien het weer helemaal zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten