zaterdag 18 januari 2014

Een Luchtige Afsluiter

We zitten op de grens. Niet alleen de grens van Oeganda, DRC en Rwanda, maar ook de grens van onze reis. Het einde nadert. Traveller's rest was fantastisch. Het heeft een bepaalde sfeer. De bediening is goedlachs en dolt spontaan met de gasten. Je voelt ook echt dat de muren geschiedenis ademen. Ook Kisoro is speciaal, een grensstad met de nodige intrige die je enkel vindt in grenssteden. De verhalen over de rebellen in Congo, de openbare rechtszaak, de internationale markt en het nabijgelegen transit-kamp van de VN spreken tot de verbeelding. Het is een meerwaarde om op dit drielandenpunt te staan om een ietwat realistischer beeld te hebben bij het leven in woelige gebieden. Al zal het ons (hopelijk) nooit mogelijk zijn om echt in te schatten wat het is om met zulke zaken rekening te moeten houden; wat het is als dit je realiteit is. We hebben echter geen ongelukkige mensen gezien, enkel wat meer uniformen en kalasjnikovs. Mensen slagen er steeds in om in alle omstandigheden te leven, hoop te vinden en gelukkig te zijn. Dit is niet anders in Oeganda. Ik heb veel gelukkige en vriendelijke mensen gezien. Ik heb zelfs de indruk dat ik meer gelukkige mensen heb gezien in Afrika dan in West-Europa.

Onze dag start met een lekker ontbijt in Traveller's Rest. Voordat we naar onze laatste echte vakantiebestemming gaan, stoppen we even in de 'Coffeehouse' om onze blog te posten. Alfred is in 'form'. Hij brengt ons vlot naar onze bestemming, Lake Bunyonyi. De weg naar onze lodge stopt aan een houten pier. We verstoren een lokale groentemarkt en werpen al onze bagage in een klein bootje. Alfred zal ons niet vergezellen naar ons eiland. Inderdaad, u leest het goed, ons eiland. We willen niet uitpakken of stoefen, maar toch even benadrukken dat we, voor onze laatste lodge, een heel eiland hebben afgehuurd op dit groot kratermeer. We varen een half uurtje tot we bij een klein eiland aankomen. Wat blijkt: het eiland is, buiten een superbe lodge, een waar vogelparadijs. Voor de lunch heb ik al verschillende vogels kunnen fotograferen, inclusief de prachtige Paradise Flycatcher. We zijn weeral onder de indruk van de accommodatie. Dat we hier alleen verblijven is goed meegenomen.


Op het programma staat een dagje luieren aan het meer. Uw reizigers zouden echter geen blogschrijver, Frankenweenie en een dwerg zijn als ze bij de pakken zouden blijven zitten. Wij kunnen geen 5 minuten stilzitten op reis. Je zou wel eens een ervaring kunnen missen! De lodge biedt verscheidene activiteiten aan en, hoewel de vogeltocht me ook wel aanspreekt, kiezen we allemaal voor een trip naar een lokale Pygmeeënstam. Het verhaal van de Pygmeeën is tragisch. Nog voordat we de Pygmeeën ontmoeten, staan we even stil bij de andere kant van het verhaal van de bescherming van de berggorilla. Elk positief verhaal kent zijn keerzijde; een actie kent een reactie; een muntstuk heeft twee kanten. Nadat de landbouw de bergen in deze prachtige omgeving heeft ontbost en zo het regenwoud en de habitat van de berggorilla danig heeft verkleind, werden de Pygmeeën uit het regenwoud verdreven om de bescherming van de berggorilla te vrijwaren. Het kleine stukje regenwoud dat overbleef was niet groot genoeg om zowel de berggorilla's als de Pygmeeën te herbergen. Bij het creëren van de nationale parken werden de Pygmeeën uit het regenwoud verdreven. Het volk, dat volledig aangepast was aan het leven in het regenwoud, was/is landloos en verspreidde zich over de regio. Tot op de dag van vandaag zijn ze 'outkasts' en krijgen ze geen respect van de lokale bevolking omdat ze ongeschoold en onwetend zijn. Ze worden gediscrimineerd en staan aan de rand van de maatschappij. Alle mogelijke 'skills' die ze hadden om te overleven in het regenwoud zijn volledig onbruikbaar in de marginaliteit van de Oegandese maatschappij. Hier aan het Bunyonyimeer leeft zo'n stam op een klein lapje grond dat werd aangekocht door een Nederlander en ter beschikking werd gesteld van de Pygmeeën.
We varen over het grote meer dat omringd wordt door groene vulkaanheuvels die volledig gebruikt worden als landbouwgrond door de lokale bevolking. Kale afgeronde bergen met akkers en hier en daar een stukje eucalyptusbomen. Een heel eind van de nederzetting van de Pygmeeën meren we even aan om een Pygmee, wat later het stamhoofd blijkt te zijn, in te lichten over onze komst. Er ontstaat heel wat verwarring. Een vrouw met een baby holt het stamhoofd achterna. Ze houdt de baby slechts vast aan één arm. Het stamhoofd stapt even in de boot om meteen weer uit te stappen. We kunnen niet goed volgen. Blijkbaar moeten we nog een stuk verder varen. Eenmaal aan de voet van de berg aangekomen stappen we uit en worden we meteen verwelkomd door een bende kindjes. Ze stormen op ons af en nemen van ieder van ons een hand. Ze stellen zich voor en trekken ons de berg op. Ergens halverwege wordt er reeds om geld gevraagd. Wij verstandige toeristen, wijzen dit af. We willen de kinderen niet laten wennen aan bedelgeld. Ze moeten sterk zijn en later voor zichzelf kunnen zorgen.
Frankenweenie, die nog stokstijf is van de inspanningen van de laatste dagen, heeft het best moeilijk met de beklimming. Ze begint hier en daar kwaaltjes te voelen: spierkrampen hier, rugsteken daar, .... Het kost haar veel wilskracht om de top te bereiken.
Op de top van de berg, krijgen we eerst het schooltje te zien. Primitief is een understatement. Een gebouw van leem op een zandheuvel met wat houten bankjes en een schoolbord zou moeten dienen als school. We vragen de gidsen van onze lodge of ze hier les krijgen en zij antwoorden: Elke dag. Ik heb er sterke twijfels over. Althans over de kwaliteit van dit onderwijs.
De oppervlakte die de Pygmeeën bezetten, bestaat uit hooguit zo'n 200 m². Het schoolgebouw is het enige echte gebouw dat op deze oppervlakte staat. De mensen van de stam leven in hutjes die amper de naam hutje waardig zijn. Wat bijeengeraapte gedroogde planten en plastiek op een hoopje ter grootte van zo'n 4m² waar een familie van 8 mensen in slaapt naast het kookvuur. De mensen zien er zeer onverzorgd uit. Ze hebben T-shirts en broeken aan die als vuile vodden aan hun lijf hangen. Ze spreken geen Engels. Als alle dorpelingen aanwezig zijn, bestaat deze groep mensen uit zo'n 10 vrouwen, 10 mannen en 30 kinderen van alle leeftijden. Een kleine groep in de diepste armoede die we ooit zagen. Terwijl onze gidsen uitleggen dat deze mensen geen respect krijgen van de dorpelingen omdat ze leven als beesten, lachen ze af en toe met hen. Ze kunnen zelf ook geen respect opbrengen voor deze mensen. Deze Pygmeeën leven niet meer. Ze overleven. Hun bestaan is harder dan wij ons kunnen voorstellen. Wij, wij bezoeken hen. We trachten hen te behandelen met respect. We hebben interesse, maar zijn vooral in shock als de Pygmeeën een traditionele dans starten en zelfs de kleinste kinderen mee dansen. We zien zieke mensen, dronken mensen (het stamhoofd). 


Ze doen hun uiterste best om het enige dat van hun cultuur overblijft te delen met ons, de rijke stinkerds uit het Westen. Medelijden heeft altijd een negatieve connotatie gehad. Dit is nu niet anders. Maar je kan de gemengde gevoelens van deze ontmoeting niet onderdrukken. Je wordt hard met de realiteit om de oren geslagen. Wij zijn niet rechtstreeks schuldig aan het lot van deze mensen, maar als mens kan je er niet om heen door een zeker verantwoordelijkheidsgevoel overvallen te worden. Hoe wij de wereld reconstrueren en continue herdefiniëren om onze eigen belangen te dienen. We schuiven alles en iedereen opzij in de naam van vooruitgang.
Daar waar we nog enthousiast mee konden dansen in het dorp in het noorden van Oeganda, worden we hier met verstomming geslagen. De confrontatie is te groot. De toekomst van deze mensen, die door gezondheidsproblemen, gebrek aan onderwijs, incest, ... getroffen zijn, zien we zeer somber in. We kopen hun kleine zelfgemaakte handwerkjes en poppetjes, en geven een donatie aan het stamhoofd, zonder dat we enige garantie hebben dat we hiermee een positieve bijdrage hebben geleverd. Wat er met het geld zal gebeuren is ons een raadsel. Hopelijk zal iemand zich ooit ontfermen over deze mensen en hen krachtig genoeg kunnen maken, dat ze zelf hun leven over een andere boeg kunnen gooien.
Bij het verlaten van de nederzetting zingen en dansen ze om ons te bedanken voor onze gift. Frankenweenie wordt zo overvallen door emoties dat ze uitbarst in tranen. De dwerg volgt en uw blogschrijver slikt even (hij moet immers nog een blog kunnen schrijven later op de dag).
We rollen de berg af naar de boot en worden nog steeds op de voet gevolgd door de kindjes. Onderweg naar ons privé luxe-eiland praten we met elkaar om de pakkende gebeurtenis te verwerken. We stellen vast dat we machteloos staan tegenover zo'n onrecht en miserie. Het is zeer wreed. We zijn wel zeer blij dat we dit hebben ervaren. Het beeld dat we hebben van Oeganda zou niet compleet zijn zonder deze bijdrage. Oeganda is een prachtig land met prachtige mensen. Het is ook een land van contradictie en controverse. We zijn verliefd op deze parel van Afrika en willen zeker en vast nog eens terugkeren. We zijn rijker door deze reis en deze ervaring.

's Avonds genieten we van onze bonte avond. Morgen is een reisdag en slapen we slechts een paar uurtjes in de Airport Guesthouse voordat we op onze vlieger stappen. De rust op dit eiland is ongeëvenaard. Te midden van de vogels en krekels, in een aangename temperatuur, eten we een heerlijke maaltijd. Bomma tipsy is van de partij en dat is altijd wel wat sfeer. We vullen de enquête van Matoke-tours in en overlopen zo heel de reis nog een keer. Het was onvergetelijk. Hoewel de toon van deze blog gedurende de hele reis veel ernstiger was dan bij onze vorige reis. Hoewel uw blogschrijver het niet kon laten zijn ongezouten mening te spuien (al beseft hij dat hij zelf zeer onwetend is en gevoed wordt door onzekerheid). Oeganda, de parel van Afrika, zal voor altijd een grote plaats krijgen in ons hart. Een onvergetelijke ervaring!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten