Het is nog donker. We wandelen
richting Nijl-oever. De Nijl is aangekleed in een mysterieus gewaad
van wolkjes damp. Net boven het wateroppervlak vliegen talloze
aalscholvers richting de delta, de plaats waar de Victoria-Nijl in
het Albertmeer stroomt. Een rode zon heeft moeite om door te breken
en sluiert zich in een grijze mist. Het water oogt rustig. Af en
toe horen we de nijlpaarden territorium afbakenen met gebrom. In de
verte komt een klein bootje aan. Milton komt ons ophalen voor de
bootsafari. Milton blijkt een zeer bekwame gids te zijn. Hij weet
veel van vogels en het nationaal park. Er zijn geen woorden die de
sensatie kunnen bevatten van een exclusieve boottocht op de
Victoria-Nijl. Buiten het adembenemend panorama, de moerassige
oevers en het frisse ochtendbriesje, worden we getrakteerd op een
grote variatie van 'sightings'. We zien 4 verschillende soorten
ijsvogels, de Afrikaanse visarend, de slangenhalsvogel, de
kraanvogel, een spectaculair ogende bijeneter, krokodillen en heel
veel nijlpaarden.
Milton vertelt over de olie die ze
gevonden hebben in de westelijke afsplitsing van de grote riftvallei.
Hier in Murchison Falls zijn ze al begonnen met boren en zoeken ze
nog steeds naar nieuwe plaatsen om te ontginnen. Ook onze bootsman
maakt zich ernstige zorgen over de gevolgen voor deze prachtige
natuur. Eén lek en het is om zeep met de gezonde fauna en flora van
deze delta. Milton stoort zich onder meer aan het tijdelijke
karakter van deze olie-ontginning. Eens ze al de olie eruit hebben
gepompt, is het voorbij. Maar de schade aan het landschap en het
leven is onherroepelijk en definitief. Domme mensen zijn wij, dat we
zo'n zaken nog steeds doen. Opnieuw zijn de Chinezen van de partij.
Onze gids Alfred spreekt van een 2de kolonisatie van Afrika. De
Chinezen zijn overal. Ze investeren en pompen het land verder leeg.
Daar waar de vorige kolonisten nog grondstoffen hebben achtergelaten,
stelen de Chinezen het nu onder de neus van de Afrikanen weg. OK,
OK, er is een groter perspectief. Ze zorgen voor banen voor veel
Oegandezen. Maar waar zullen deze Oegandezen staan als de olie weg
is? En wat hebben we aan banen als we de pracht van de natuur in de
wereld volledig hebben verknoeid?
Gelukkig zijn er nog de Oribi. De op
één na kleinste antiloop doet stilzwijgend een protestactie. Ze
doen een 'sit-in'. Op alle wegen die door het park lopen, gaan ze in
het midden van de weg zitten. Het lijkt wel of ze bewust zeggen:
stop onze leefwereld te verkopen. Ik zou zeggen: 'Fight on! Brave
little creatures!'
Op de avondsafari wordt duidelijk dat
ook de giraffen zich bij dit protest hebben gevoegd. Al zijn ze wat
meer op hun hoede als wij aankomen met onze Toyota Landcruiser. Ook
George, de flauwe-grappen-gids, is weer van de partij. De beste
remedie tegen zulke gidsen: zelf flauwe grappen beginnen te
vertellen. 'What is the leopard of Belgium? The housecat!' (cimbaal
en snaredrum + lachband). George is wel wat beter in vorm dan
gisteren. Al helpt zijn enthousiasme niet om alsnog het luipaard of
de 'shoebill' te vinden. We maken wel kennis met de bushbuck, een
mooie antiloop met witte strepen en stippen op zijn lichaam, en zien
voor de eerste keer een goochelaar (een mooie arend) op de grond
zitten.
Een geslaagde dag waarin we toch
opnieuw ruimte moesten vinden voor bruine-substantie-zaken. Al bij
al valt het wel mee. Buiten wat krampjes hier en daar, en een keer
wat vlotter, slagen we er nog uitmuntend in om te genieten van de
parel van Afrika. Morgen meer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten