woensdag 8 januari 2014

Oribi Resistance

Het is nog donker. We wandelen richting Nijl-oever. De Nijl is aangekleed in een mysterieus gewaad van wolkjes damp. Net boven het wateroppervlak vliegen talloze aalscholvers richting de delta, de plaats waar de Victoria-Nijl in het Albertmeer stroomt. Een rode zon heeft moeite om door te breken en sluiert zich in een grijze mist. Het water oogt rustig. Af en toe horen we de nijlpaarden territorium afbakenen met gebrom. In de verte komt een klein bootje aan. Milton komt ons ophalen voor de bootsafari. Milton blijkt een zeer bekwame gids te zijn. Hij weet veel van vogels en het nationaal park. Er zijn geen woorden die de sensatie kunnen bevatten van een exclusieve boottocht op de Victoria-Nijl. Buiten het adembenemend panorama, de moerassige oevers en het frisse ochtendbriesje, worden we getrakteerd op een grote variatie van 'sightings'. We zien 4 verschillende soorten ijsvogels, de Afrikaanse visarend, de slangenhalsvogel, de kraanvogel, een spectaculair ogende bijeneter, krokodillen en heel veel nijlpaarden.


Milton vertelt over de olie die ze gevonden hebben in de westelijke afsplitsing van de grote riftvallei. Hier in Murchison Falls zijn ze al begonnen met boren en zoeken ze nog steeds naar nieuwe plaatsen om te ontginnen. Ook onze bootsman maakt zich ernstige zorgen over de gevolgen voor deze prachtige natuur. Eén lek en het is om zeep met de gezonde fauna en flora van deze delta. Milton stoort zich onder meer aan het tijdelijke karakter van deze olie-ontginning. Eens ze al de olie eruit hebben gepompt, is het voorbij. Maar de schade aan het landschap en het leven is onherroepelijk en definitief. Domme mensen zijn wij, dat we zo'n zaken nog steeds doen. Opnieuw zijn de Chinezen van de partij. Onze gids Alfred spreekt van een 2de kolonisatie van Afrika. De Chinezen zijn overal. Ze investeren en pompen het land verder leeg. Daar waar de vorige kolonisten nog grondstoffen hebben achtergelaten, stelen de Chinezen het nu onder de neus van de Afrikanen weg. OK, OK, er is een groter perspectief. Ze zorgen voor banen voor veel Oegandezen. Maar waar zullen deze Oegandezen staan als de olie weg is? En wat hebben we aan banen als we de pracht van de natuur in de wereld volledig hebben verknoeid?
Gelukkig zijn er nog de Oribi. De op één na kleinste antiloop doet stilzwijgend een protestactie. Ze doen een 'sit-in'. Op alle wegen die door het park lopen, gaan ze in het midden van de weg zitten. Het lijkt wel of ze bewust zeggen: stop onze leefwereld te verkopen. Ik zou zeggen: 'Fight on! Brave little creatures!'
Op de avondsafari wordt duidelijk dat ook de giraffen zich bij dit protest hebben gevoegd. Al zijn ze wat meer op hun hoede als wij aankomen met onze Toyota Landcruiser. Ook George, de flauwe-grappen-gids, is weer van de partij. De beste remedie tegen zulke gidsen: zelf flauwe grappen beginnen te vertellen. 'What is the leopard of Belgium? The housecat!' (cimbaal en snaredrum + lachband). George is wel wat beter in vorm dan gisteren. Al helpt zijn enthousiasme niet om alsnog het luipaard of de 'shoebill' te vinden. We maken wel kennis met de bushbuck, een mooie antiloop met witte strepen en stippen op zijn lichaam, en zien voor de eerste keer een goochelaar (een mooie arend) op de grond zitten.

Een geslaagde dag waarin we toch opnieuw ruimte moesten vinden voor bruine-substantie-zaken. Al bij al valt het wel mee. Buiten wat krampjes hier en daar, en een keer wat vlotter, slagen we er nog uitmuntend in om te genieten van de parel van Afrika. Morgen meer!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten