zaterdag 4 januari 2014

On The Road Again

Vroege ochtend in Sipi. Na het ontbijt springen we direct de auto in. On the road again. Opnieuw een lange rit op het programma. We rijden naar Kitgum. Een stadje in noord-oost Oeganda. Matoketours kondigde aan dat dit de meest primitieve overnachtingsplaats zal zijn. Een plaatsje waar niets te beleven valt. De rit is anders weerom de moeite. We verlaten de bergen en rijden door heel uitgestrekt moerasland. Overal waar we komen zijn er mensen. Ze lopen langs de kant van de weg met gele jerry-cans op hun hoofd; ze vervoeren verschillende materialen met de fiets of passeren in grote vrachtwagens overvol geladen met zwarte tonnen, petrolium of katoen.
Opnieuw treffen we een konvooi noodhulp. Een grote rij vrachtwagens van Geneve, het rode kruis. Alfred vertelt ons dat ze op weg zijn naar Zuid-Sudan.

Het is een zeer hete dag in het laagland van Oeganda. De moerassen zijn broedplaatsen voor malaria. Alfred heeft 2 weken geleden nog een ernstige aanval gehad. Volgens Alfred zijn de mensen in de kleine dorpen het hardst getroffen door de ziekte. De mensen wachten er veel te lang voordat ze naar het ziekenhuis gaan voor een behandeling. Het duurt lang voordat de ziekte zich nestelt in het centrale zenuwstelsel en als je er snel genoeg bij bent, nl. na de eerste tekenen, is het perfect te behandelen.

Het is dinsdag. Dinsdag is het marktdag in deze regio. De rode gravelweg loopt vol met mensen uit de omgeving om naar de lokale markten te gaan. Ze overbruggen lange afstanden te voet of met de fiets in een zinderende hitte. Ze verkopen alles op de markt, van teenslippers gemaakt van oude autobanden tot radio's die uit de jaren '80 lijken te komen.

In de moerassen wassen de mensen hun kledij en zoeken ze naar riet en papyrus om matten en manden te maken. Ze vissen er ook.

Het ene fascinerende tafereel na het andere rijden we voorbij: levende kippen hangend van een fietsstuur; hospitalen die er uit zien als kleine winkeltjes, kinderen die hard werken om bakstenen te maken.
Alles gebeurt nog manueel in Oeganda. We passeren een stad waar ze volop grachten aan het graven zijn, met een pikhouweel. In België zijn er graafmachines e.d. maar hier gaat het steentje per steentje. Het zorgt voor werkzekerheid, maar het is erg hard werken.
Wat verderop zijn een groep mensen een veld aan het irrigeren door emmertjes met water over het veld te zwieren.
Veel mensen, overal mensen. Allemaal bedrijvig in het overleven.

Dicht bij onze eindbestemming vertelt Alfred dat in deze omgeving door rebellenleider Joseph Koney veel mensen afgeslacht werden. Deze oorlog duurde tot +- 1998. Sinds 2000 is deze omgeving terug veilig. Joseph Kony vluchtte van Oeganda naar Congo, daarna naar Zuid-Sudan en zou nu in de Centraal Afrikaanse Republiek gespot zijn. Alfred kan ons niet vertellen wat Joseph Kony tot zulke daden dreef. De regio ten noord-oosten van de Nijl is bevolkt door andere bevolkingsgroepen. Alfred kent de verschillende talen en dialecten van deze regio niet. De mensen zijn armer, groter en zwarter. Ze zijn jarenlang onderdrukt door de regering. Alfred vermoedt dat Joseph een staatsgreep betrachtte en de mensen in de vluchtelingenkampen doodde om daarna de zwarte piet door te schuiven naar de regering.

Alfred is een schat van een gids. Hij staat open om over alles te praten, geeft zijn eigen mening en rijdt ons vlot van de ene bestemming naar de andere. Hij is een rots in de branding.


We rijden Kitgum binnen. We overnachten in Fugly's, een zeer eenvoudige guesthouse. De kamers zijn bijzonder basic en de laatste avond van het jaar, lijkt ons (zoals voorspelt), een rustige, weinig tot de verbeelding sprekende avond te worden. 
We eten eenvoudige zaken en praten nog wat na over de dag en de verwachtingen van de komende dagen. Tot plots, uit het niets, een Amerikaan ons aanspreekt. Lucas heeft een bedrijf in de omgeving. Hij plaatst waterpompen. Hij is in Oeganda voor anderhalve week, maar heeft hier al een jaar gewoond. Hij nodigt ons uit om aan tafel te gaan zitten bij zijn gezelschap. Aanvankelijk aarzelen we, maar als de anderen uit het gezelschap aandringen wagen we het erop. Wat volgt is een zeer leuke spontane avond vol vertier. Daar waar we dachten dat we een feestelijke jaarovergang zouden missen, blijven we nu zelfs nog wat langer op om gezellig te keuvelen over verschillende onderwerpen met de eigenaars van de keet, een man uit Zuid-Afrika en een vrouw uit Rhodesia (Zimbabwe). Ze vertellen interessante verhalen over hun leven en ervaringen hier in Oeganda. Ze hebben al in heel Afrika gewoond, en hebben zich hier gesetteld om in Kidepo NP (dat we morgen gaan bezoeken) een dierenkweekprogramma op te zetten. Uiteindelijk zijn ze overgeschakeld op het openen van deze guesthouse en het kamp in Kidepo, waar we morgen zullen verblijven. Boeiende gesprekken, sfeervolle muziek en een drankje om uiteindelijk te klinken op het nieuwe jaar. Lucas is ook zo vriendelijk om zijn mobiel internet ter beschikking te stellen zodat ik de eerste blog kan posten. Jippiiee.


Het is zo leuk dat het laat wordt. Morgen een drukke dag. Opnieuw maken de Zuid-Afrikanen hun naam waar. Net zoals tijdens onze reis naar Zuid-Afrika in 2012, merken we op dat ze ongelooflijk vriendelijk en gastvrij zijn.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten