zaterdag 18 januari 2014

Een Luchtige Afsluiter

We zitten op de grens. Niet alleen de grens van Oeganda, DRC en Rwanda, maar ook de grens van onze reis. Het einde nadert. Traveller's rest was fantastisch. Het heeft een bepaalde sfeer. De bediening is goedlachs en dolt spontaan met de gasten. Je voelt ook echt dat de muren geschiedenis ademen. Ook Kisoro is speciaal, een grensstad met de nodige intrige die je enkel vindt in grenssteden. De verhalen over de rebellen in Congo, de openbare rechtszaak, de internationale markt en het nabijgelegen transit-kamp van de VN spreken tot de verbeelding. Het is een meerwaarde om op dit drielandenpunt te staan om een ietwat realistischer beeld te hebben bij het leven in woelige gebieden. Al zal het ons (hopelijk) nooit mogelijk zijn om echt in te schatten wat het is om met zulke zaken rekening te moeten houden; wat het is als dit je realiteit is. We hebben echter geen ongelukkige mensen gezien, enkel wat meer uniformen en kalasjnikovs. Mensen slagen er steeds in om in alle omstandigheden te leven, hoop te vinden en gelukkig te zijn. Dit is niet anders in Oeganda. Ik heb veel gelukkige en vriendelijke mensen gezien. Ik heb zelfs de indruk dat ik meer gelukkige mensen heb gezien in Afrika dan in West-Europa.

Onze dag start met een lekker ontbijt in Traveller's Rest. Voordat we naar onze laatste echte vakantiebestemming gaan, stoppen we even in de 'Coffeehouse' om onze blog te posten. Alfred is in 'form'. Hij brengt ons vlot naar onze bestemming, Lake Bunyonyi. De weg naar onze lodge stopt aan een houten pier. We verstoren een lokale groentemarkt en werpen al onze bagage in een klein bootje. Alfred zal ons niet vergezellen naar ons eiland. Inderdaad, u leest het goed, ons eiland. We willen niet uitpakken of stoefen, maar toch even benadrukken dat we, voor onze laatste lodge, een heel eiland hebben afgehuurd op dit groot kratermeer. We varen een half uurtje tot we bij een klein eiland aankomen. Wat blijkt: het eiland is, buiten een superbe lodge, een waar vogelparadijs. Voor de lunch heb ik al verschillende vogels kunnen fotograferen, inclusief de prachtige Paradise Flycatcher. We zijn weeral onder de indruk van de accommodatie. Dat we hier alleen verblijven is goed meegenomen.


Op het programma staat een dagje luieren aan het meer. Uw reizigers zouden echter geen blogschrijver, Frankenweenie en een dwerg zijn als ze bij de pakken zouden blijven zitten. Wij kunnen geen 5 minuten stilzitten op reis. Je zou wel eens een ervaring kunnen missen! De lodge biedt verscheidene activiteiten aan en, hoewel de vogeltocht me ook wel aanspreekt, kiezen we allemaal voor een trip naar een lokale Pygmeeënstam. Het verhaal van de Pygmeeën is tragisch. Nog voordat we de Pygmeeën ontmoeten, staan we even stil bij de andere kant van het verhaal van de bescherming van de berggorilla. Elk positief verhaal kent zijn keerzijde; een actie kent een reactie; een muntstuk heeft twee kanten. Nadat de landbouw de bergen in deze prachtige omgeving heeft ontbost en zo het regenwoud en de habitat van de berggorilla danig heeft verkleind, werden de Pygmeeën uit het regenwoud verdreven om de bescherming van de berggorilla te vrijwaren. Het kleine stukje regenwoud dat overbleef was niet groot genoeg om zowel de berggorilla's als de Pygmeeën te herbergen. Bij het creëren van de nationale parken werden de Pygmeeën uit het regenwoud verdreven. Het volk, dat volledig aangepast was aan het leven in het regenwoud, was/is landloos en verspreidde zich over de regio. Tot op de dag van vandaag zijn ze 'outkasts' en krijgen ze geen respect van de lokale bevolking omdat ze ongeschoold en onwetend zijn. Ze worden gediscrimineerd en staan aan de rand van de maatschappij. Alle mogelijke 'skills' die ze hadden om te overleven in het regenwoud zijn volledig onbruikbaar in de marginaliteit van de Oegandese maatschappij. Hier aan het Bunyonyimeer leeft zo'n stam op een klein lapje grond dat werd aangekocht door een Nederlander en ter beschikking werd gesteld van de Pygmeeën.
We varen over het grote meer dat omringd wordt door groene vulkaanheuvels die volledig gebruikt worden als landbouwgrond door de lokale bevolking. Kale afgeronde bergen met akkers en hier en daar een stukje eucalyptusbomen. Een heel eind van de nederzetting van de Pygmeeën meren we even aan om een Pygmee, wat later het stamhoofd blijkt te zijn, in te lichten over onze komst. Er ontstaat heel wat verwarring. Een vrouw met een baby holt het stamhoofd achterna. Ze houdt de baby slechts vast aan één arm. Het stamhoofd stapt even in de boot om meteen weer uit te stappen. We kunnen niet goed volgen. Blijkbaar moeten we nog een stuk verder varen. Eenmaal aan de voet van de berg aangekomen stappen we uit en worden we meteen verwelkomd door een bende kindjes. Ze stormen op ons af en nemen van ieder van ons een hand. Ze stellen zich voor en trekken ons de berg op. Ergens halverwege wordt er reeds om geld gevraagd. Wij verstandige toeristen, wijzen dit af. We willen de kinderen niet laten wennen aan bedelgeld. Ze moeten sterk zijn en later voor zichzelf kunnen zorgen.
Frankenweenie, die nog stokstijf is van de inspanningen van de laatste dagen, heeft het best moeilijk met de beklimming. Ze begint hier en daar kwaaltjes te voelen: spierkrampen hier, rugsteken daar, .... Het kost haar veel wilskracht om de top te bereiken.
Op de top van de berg, krijgen we eerst het schooltje te zien. Primitief is een understatement. Een gebouw van leem op een zandheuvel met wat houten bankjes en een schoolbord zou moeten dienen als school. We vragen de gidsen van onze lodge of ze hier les krijgen en zij antwoorden: Elke dag. Ik heb er sterke twijfels over. Althans over de kwaliteit van dit onderwijs.
De oppervlakte die de Pygmeeën bezetten, bestaat uit hooguit zo'n 200 m². Het schoolgebouw is het enige echte gebouw dat op deze oppervlakte staat. De mensen van de stam leven in hutjes die amper de naam hutje waardig zijn. Wat bijeengeraapte gedroogde planten en plastiek op een hoopje ter grootte van zo'n 4m² waar een familie van 8 mensen in slaapt naast het kookvuur. De mensen zien er zeer onverzorgd uit. Ze hebben T-shirts en broeken aan die als vuile vodden aan hun lijf hangen. Ze spreken geen Engels. Als alle dorpelingen aanwezig zijn, bestaat deze groep mensen uit zo'n 10 vrouwen, 10 mannen en 30 kinderen van alle leeftijden. Een kleine groep in de diepste armoede die we ooit zagen. Terwijl onze gidsen uitleggen dat deze mensen geen respect krijgen van de dorpelingen omdat ze leven als beesten, lachen ze af en toe met hen. Ze kunnen zelf ook geen respect opbrengen voor deze mensen. Deze Pygmeeën leven niet meer. Ze overleven. Hun bestaan is harder dan wij ons kunnen voorstellen. Wij, wij bezoeken hen. We trachten hen te behandelen met respect. We hebben interesse, maar zijn vooral in shock als de Pygmeeën een traditionele dans starten en zelfs de kleinste kinderen mee dansen. We zien zieke mensen, dronken mensen (het stamhoofd). 


Ze doen hun uiterste best om het enige dat van hun cultuur overblijft te delen met ons, de rijke stinkerds uit het Westen. Medelijden heeft altijd een negatieve connotatie gehad. Dit is nu niet anders. Maar je kan de gemengde gevoelens van deze ontmoeting niet onderdrukken. Je wordt hard met de realiteit om de oren geslagen. Wij zijn niet rechtstreeks schuldig aan het lot van deze mensen, maar als mens kan je er niet om heen door een zeker verantwoordelijkheidsgevoel overvallen te worden. Hoe wij de wereld reconstrueren en continue herdefiniëren om onze eigen belangen te dienen. We schuiven alles en iedereen opzij in de naam van vooruitgang.
Daar waar we nog enthousiast mee konden dansen in het dorp in het noorden van Oeganda, worden we hier met verstomming geslagen. De confrontatie is te groot. De toekomst van deze mensen, die door gezondheidsproblemen, gebrek aan onderwijs, incest, ... getroffen zijn, zien we zeer somber in. We kopen hun kleine zelfgemaakte handwerkjes en poppetjes, en geven een donatie aan het stamhoofd, zonder dat we enige garantie hebben dat we hiermee een positieve bijdrage hebben geleverd. Wat er met het geld zal gebeuren is ons een raadsel. Hopelijk zal iemand zich ooit ontfermen over deze mensen en hen krachtig genoeg kunnen maken, dat ze zelf hun leven over een andere boeg kunnen gooien.
Bij het verlaten van de nederzetting zingen en dansen ze om ons te bedanken voor onze gift. Frankenweenie wordt zo overvallen door emoties dat ze uitbarst in tranen. De dwerg volgt en uw blogschrijver slikt even (hij moet immers nog een blog kunnen schrijven later op de dag).
We rollen de berg af naar de boot en worden nog steeds op de voet gevolgd door de kindjes. Onderweg naar ons privé luxe-eiland praten we met elkaar om de pakkende gebeurtenis te verwerken. We stellen vast dat we machteloos staan tegenover zo'n onrecht en miserie. Het is zeer wreed. We zijn wel zeer blij dat we dit hebben ervaren. Het beeld dat we hebben van Oeganda zou niet compleet zijn zonder deze bijdrage. Oeganda is een prachtig land met prachtige mensen. Het is ook een land van contradictie en controverse. We zijn verliefd op deze parel van Afrika en willen zeker en vast nog eens terugkeren. We zijn rijker door deze reis en deze ervaring.

's Avonds genieten we van onze bonte avond. Morgen is een reisdag en slapen we slechts een paar uurtjes in de Airport Guesthouse voordat we op onze vlieger stappen. De rust op dit eiland is ongeëvenaard. Te midden van de vogels en krekels, in een aangename temperatuur, eten we een heerlijke maaltijd. Bomma tipsy is van de partij en dat is altijd wel wat sfeer. We vullen de enquête van Matoke-tours in en overlopen zo heel de reis nog een keer. Het was onvergetelijk. Hoewel de toon van deze blog gedurende de hele reis veel ernstiger was dan bij onze vorige reis. Hoewel uw blogschrijver het niet kon laten zijn ongezouten mening te spuien (al beseft hij dat hij zelf zeer onwetend is en gevoed wordt door onzekerheid). Oeganda, de parel van Afrika, zal voor altijd een grote plaats krijgen in ons hart. Een onvergetelijke ervaring!

vrijdag 17 januari 2014

Golden Shower

Voor het schrijven van deze blogpost heb ik me gezellig aan de open haard genesteld van het salon van Traveller's Nest. We vieren de 82e geboortedag van Dian Fossey op een wel heel speciale plaats. Fossey gebruikte dit hotel vaak als uitvalsbasis voor haar werk met de gorilla's. Hier zitten we dan, tussen Bwindi Impenetrable Forest en het Mgahinga NP; tussen de berggorilla's.

We starten de dag zoals het hoort: zeer vroeg. Vandaag staan de Golden Monkeys op het programma. Nee, dit is niet de verafgoding van één of ander gouden standbeeldje van een aapje, maar een klein schattig aapje in het Mgahinga NP. Het Mgahinga NP is een natuurpark dat zich uitstrekt over 3 landen. Aan de rand woont een kleine gemeenschap Pygmeeën. In Oeganda staan er 3 uitgedoofde vulkanen in het NP. De 3 vulkanen bepalen zeer sterk het beeld van het park.


Om er te geraken trotseren we opnieuw een hindernissenparcours. De weg ligt er zowaar nog slechter bij dan de weg naar Bwindi. Grote rotsformaties en diepe putten worden overwonnen door de monsterlijke Toyota Landcruiser. Heb ik trouwens al vermeld dat de Toyota de enige auto van Oeganda is. We hebben slechts 1 andere auto gezien: een eenzame audi, maar dat terzijde.
We beklimmen de flank van een vulkaan naar het rangerstation waar we onze nieuwe tocht zullen starten.
Robert is onze gids van de dag. Net zoals bij de gorilla's, krijgen we een briefing over het natuurgebied en onze expeditie. Robert kijkt erg serieus maar is zeer vatbaar voor humor. Zijn gezicht fleurt helemaal op als hij lacht. Er worden 2 dragers ingehuurd. Uw blogschrijver voelt zich sterk en gaat zonder drager van start. Mr. Kalasjnikov is ook weer van de partij.
Mgahinga is opnieuw een totaal andere omgeving. Hier zitten ook berggorilla's, maar die zullen we vandaag niet zien. Bamboebossen, struiken en kleine bomen in een zacht klimaat. We hebben steeds uitzicht over de vulkanen die bedekt zijn met een donsdekentje van wolk. We hebben een privé tour. Blijkbaar hebben de weinige toeristen in de buurt geen interesse in het kleine gouden aapje dat hier in de bossen zit. Jammer want het is echt een schattig diertje. Geen Ant Attack, enkel reuzenregenwormen op ons pad. Na een beklimming van zo'n 2u zien we de aapjes. Kleine wollige aapjes met goudkleurige grote wenkbrauwen en grote bakkebaarden, met een vooruitstekend mondje met kleine keurige tandjes. Ze knabbelen een hele tijd zenuwachtig op bamboebladeren en kleefkruid. Steeds een blik naar boven gericht, waar de roofvogels, hun natuurlijke vijand, het luchtruim onveilig maken. De aapjes tonen zich van hun beste kant. Uit sympathie voor de nieuwsgierige Belgen, trakteren ze uw blogschrijver zelfs op een 'golden shower'. De echte Golden Monkey ervaring!


Voldaan dalen we terug af naar het rangerstation. Robert, de gids, toont veel interesse in ons thuisland en zoekt de vergelijking met Oeganda op. Hij vertelt ook over de M23 (rebellen uit Congo) die een aantal weken geleden aan het vechten waren aan de andere kant van de grens. De activiteiten in het park werden even stopgezet. Je kon de vuurgevechten horen tot in Kisoro. Robert is een boeiende kerel. Hij neemt geen blad voor de mond en geeft zijn ongezouten mening over het politieke systeem in Oeganda.
De Golden Monkey trekking was onze laatste grote inspanning in Oeganda. Vanaf morgen niets dan rust aan een kratermeer. Frankenweenie, die even heeft overwogen om niet deel te nemen aan deze trekking, is dolgelukkig dat ze ook deze inspanning niet uit de weg ging.
Nog voor iemand het nieuwe spreekwoord: 'stinken als een dode olifant', kan gebruiken, nemen we een douche in het hotel.
In het centrum van Kisoro is er een parkje waar reigers broeden in de bomen. Net zoals gisteren is er een samenkomst. Veel jonge mannen in een kring staan rond een groepje soldaten. Hoewel we interesse hebben, blijven we wat op afstand. Later vernemen we van een groep Nederlanders, die hun nieuwsgierigheid niet te baas konden, dat het een publieke rechtszaak was. Een soldaat heeft 2 vrouwen vermoord met zijn dienstwapen en staat nu publiek terecht. Het leger wil zo aantonen dat ze hierin correct handelen. De uitspraak volgt morgen. Het principe van deze publieke aangelegenheid schilt niet zo veel van de fascinatie die vele mensen hebben met criminaliteit en rechtszaken. Zie naar de aandacht in de pers voor rechtszaken van bv. Kim De Gelder of Breivik. Deze mensen worden evenzeer publiek aan de schandpaal genageld. Het is des mensen en fascinerend.
Vandaag is het markt in Kisoro. Op de internationale markt verkopen ze alles: groenten, kledij, schoenen, zout, .... De dames zijn enkel geïnteresseerd in de Afrikaanse stoffen. Ze halen hun slag binnen terwijl ik op zoek ga naar een café met internet. Het zal jullie, lieve lezertjes, een plezier doen dat ik er snel één heb gevonden (ik hoor de vreugde al tot hier).


Morgen rustdag. We rijden terug een stukje landinwaarts naar een kratermeer om te ontspannen. Het einde nadert. De grootste cultuurshock wacht nog, om over de temperatuurshock nog te zwijgen. Maar dat is voor later. Nu nog genieten.

donderdag 16 januari 2014

Planet Of The Apes, part 2

Mijn eerste gorilla-ervaring moet de Gust geweest zijn. De Gust was een legende. Hij was de attractie van de Antwerpse zoo. Gust is inmiddels al jaren dood en hij heeft een standbeeld gekregen. De Gust was een zoodier, een kans voor iedereen om eens een gorilla te zien. De gorilla's in gevangenschap niet meegerekend, leven er nog zo'n 700 berggorilla's in de wereld. We kunnen dus spreken over een dier dat met uitsterven bedreigd is. De enige plaats waar deze dieren in het wild leven is in het Virunga-gebergte dat 3 landen doorkruist: Rwanda, DRC en Oeganda. In Oeganda leven er zo'n 300 berggorilla's.

5u 's Ochtends. De wekker gaat af. Vandaag is het zover: de gorillatrekking. We hebben zeker en vast genoeg geslapen, maar zijn we er wel klaar voor? Alfred is, zoals altijd, trouw op post. Hij heeft een vrij goede nacht gehad. We rekenen op hem. Enkel hij kan ons naar het startpunt van de trekking brengen. Het is nog pikdonker buiten. Kisoro ligt er verlaten bij. De weg richting Bwindi Impenetrable Forest is in slechte staat. Putten van rotsen, zand en sporadisch modder maken het hindernissenparcours. Alfred is ervaren en neemt zijn tijd om deze obstakels te overbruggen.  Een genetkat kruist ons pad.

We rijden de bergen in. Het duurt niet lang voordat we boven de wolken rijden. Het is een magisch uitzicht: de opkomende zon die de silhouetten van de bergen mooi aftekent en de witte wolken in de valleien. We worden dooreen geschut. Een laatste massage voor de inspanning. Het is opvallend dat de landbouw tot diep in de bergen is doorgedrongen. Tot aan Bwindi vinden we opnieuw de bossen eucalyptus en dennenboom tussen de velden van boonranken, bananen, kolen, .... Het is indrukwekkend dat de boeren er in slagen om het land te bewerken op de steile hellingen.


Na een rit van ongeveer 2 uur bereiken we de rangerpost. We zitten samen in een groep van zo'n 24 toeristen te wachten op het startsein. Ranger David roept ons bijeen en geeft wat uitleg over de trekking. De groep toeristen wordt opgesplitst in 3 groepen. Elke groep zal naar een specifieke gorillafamilie gaan. Wij gaan naar de Nshongi gorilla's. Frankenweenie wordt wat zenuwachtig. Ze merkt op dat onze groep uit jonge sportieve mensen bestaat en vreest dat ze de groep zal ophouden. Ze is gewapend met 2 wandelstokken en zal zich niet laten kennen.
Ranger David wordt onze gids. Tijd om eens te gaan kijken hoe 'impenetrable' Bwindi eigenlijk is! Het reisgenootschap bestaat uit gids David, 2 Mr. Kalashnikovs, 6 dragers en 8 toeristen. De tocht start met een lichte klim. De benen van Frankenweenie worden meteen getest als onze gids aan een gestaag tempo de leiding neemt. Hij stopt enkel af en toe om uitleg te geven over de olifanten in Bwindi en gorillanesten aan de rand van het pad. 
Bwindi is prachtig: Een zee van groen regenwoud in een gebergte van oeroude afgesleten vulkanen. Overal mooie bomen en dichte begroeiing; kleine kevertjes en sprinkhanen; gezang van vogeltjes; een oase van rust.

Frankenweenie vindt haar eigen tempo als we met het hele gezelschap het pad verlaten en recht van de berghelling bollen. David kent een binnenweg die heel wat tijd zal besparen. Gelukkig schijnt de zon en is het droog. Anders zou deze binnenweg eerder op een glijbaan lijken dan op iets dat min of meer op een bospad lijkt. Groen is overal en sommige planten hebben stekels. Andere planten irriteren de huid. Wij hebben daar allemaal niet zoveel last van. We zijn één en al berggorilla!


De tijd om tot bij de gorilla's te geraken varieert van 15 minuutjes tot 6u enkele rit. Frankenweenie heeft het moeilijk. Haar drager is zeer attent en helpt haar voorbij de lastige stukken. Het duurt net geen 2u voordat we de gorilla's gevonden hebben. David geeft nog een laatste briefing voordat we in ontmoeting gaan met deze mensachtigen. Of heb ik hen dan beledigd? Wij zijn eerder aapachtigen. 
 De ontmoeting is net zoals ik me had voorgesteld. In lage dichte begroeiing liggen zeer grote donkere apen rustig te genieten van hun ontbijt. We maken eerst kennis met de leider van de groep, de zilverrug. Het imposante dier eet ongestoord verder terwijl we foto's nemen en genieten van het moment. Wat later zien we een zwanger vrouwtje ontspannen in de zon. Ze draait en keert, loopt wat verder en rolt zich op haar rug terwijl ze takken plukt om af te knabbelen. Af en toe horen we een boom kraken. De gorilla's klimmen erin en buigen de bomen om met hun gewicht. Ze gaan liggen waar ze vallen. We genieten en klauteren tussen de gorilla's en de grote zwermen vliegen die de gorilla's omringen. Een uurtje is zo voorbij, maar dit was de inspanning zeker en vast waard. Het is een ontmoeting die je niet zo snel zal vergeten.


De weg terug verloopt zeer ontspannen. Frankenweenie doet een extra inspanning terwijl de dwerg aangevallen wordt door mieren die zich laten vallen uit de bomen. Ze maken er een feestje van in haar blouse. Ant attack! Uw trouwe blogschrijver loopt achterop om elk kevertje en sprinkhaantje te fotograferen.
We zijn moe maar voldaan als we aankomen in het rangerstation. Frankenweenie toonde zich van haar beste kant.  Van de drie groepen die het rangerstation deze ochtend hebben verlaten, zijn wij de eersten.  De anderen zijn nog aan het klauteren naar de gorilla's.  We hebben weer 'chance' gehad vandaag.  De gorilla's zaten op de perfecte afstand.  Net ver genoeg om het regenwoud goed te ervaren en dicht genoeg om niet volledig afgepeigerd te zijn. We zijn fantastisch en dat merken (weten) we. Hier volgt een ware prijsuitreiking. Gids David geeft een speech en feliciteert iedereen met de gorillatrekking. We krijgen één voor één een applaus en een certificaat waarop onze heroïsche verwezenlijking op staat vermeld. Het is inderdaad iets om trots op te zijn. Door deze trekking te ondernemen steun je de bescherming van de gorilla's. Het is ook echt iets zeer uniek.  
De weg terug gaat opnieuw over de slechte weg. We zien veel kinderarbeid. De kinderen hebben allemaal schoolvakantie en worden dan ingezet op het veld of in de steengroeve. Bij het passeren wuiven ze allemaal zeer enthousiast. Sommigen om ons te groeten. Bij anderen volgt steevast een 'give me money'.

Aangekomen in Traveller's rest, rest ons enkel nog een douche, ontspanning en een primeur: een voetmassage voor Frankenweenie. De open haard wordt aangestoken. We mijmeren wat weg, bekijken foto's en genieten van het heerlijke eten. Morgen weer een dag. Golden monkeys...

Traveller's Rest

Evacuatie... We laten Lake George en de schitterende Ihamba Lakeside Safari lodge achter ons. We onthouden van QENP vooral de ervaring in de kloof met de chimpansees. We rijden richting Zuidwest Oeganda. We naderen letterlijk en figuurlijk het toppunt van onze reis, het Vironga-gebergte met het Bwindi NP. In Oeganda is er geen enkel punt onder de 600m boven de zeespiegel, maar onze bestemming is op zo'n 2000m hoogte. We schieten langs de evenaar, dwars door het QENP en starten langzaam aan de klim door grote theeplantages en prachtige kratermeren.


Onderweg stoppen we voor een plaspauze.  Op het café/restaurant staat met grote letters aangekondigd: Hot Coffee House!  We krijgen de kaart en trachten koffie te bestellen.  Gelukkig dat het toilet werkt want de koffiemachine is stuk.  Zowat alles wat op de kaart staat is er niet.  Frisdrank is de enige oplossing. Toch een TIA-moment dan?

Het landschap verandert weer. Bergen met afgeronde toppen die tot op de top gecultiveerd zijn. Dit is de rijkste regio die we in Oeganda bezocht hebben en ook de meest dichtbevolkte. In 20 jaar tijd zijn de hutjes volledig uit het beeld verdwenen. Ze zijn vervangen door bakstenen en betonnen woningen. De wegen worden volop heraangelegd. Een groot deel van de weg is goed geasfalteerd. Op sommige momenten waan je je in de Ardennen of de Jura. Van het oorspronkelijke oerwoud is niets, maar dan ook niets meer over. Tussen de gecultiveerde berghellingen zijn denne- en eucalyptusbomen aangepland. Deze 2 ingevoerde boomsoorten groeien snel en kunnen dus ook snel geveld worden. De landbouw floreert hier. Het is de broodwinning van de lokale bevolking. Toch doet dit wat pijn in mijn hart. De prachtige biodiversiteit van het regenwoud is moeten ruimen voor de mens. Wij Europeanen hebben heel Europa ook op die manier verprutst, maar dat was een ander tijdperk. Er was nog geen sprake van globalisering en er was nog geen kennis over de impact van onze acties op de hele planeet. Als we heel de wereld veranderen in een landschap met slechts 2 boomsoorten dan zal de mens uitsterven omdat het natuurlijk evenwicht zo om zeep is, dat er op massale schaal soorten zullen uitsterven, een kettingreactie. Iets dat de mensheid blijkbaar maar niet wil beseffen: natuur kan zonder de mens, maar de mens kan niet zonder natuur.
Natuurlijk is het moeilijk voor deze boeren om deze redenering te maken of te volgen. Ze zijn blij dat ze eten hebben en zijn niet bezig met globale problemen. Ze hebben geen alternatief voor landbouw en zijn niet geschoold. Zij zijn niet verantwoordelijk voor deze problematiek. De mens zal zich blijven vermenigvuldigen en de aarde consumeren.
We rijden verder. Even rijden we door een beschermd woud. Het is er prachtig en de temperatuur daalt onmiddellijk. Eucalyptusbomen trekken veel vocht uit de grond, en werken zo de opwarming van de aarde in de hand.
Stop Tom, genoeg! Genoeg. Het blijft vakantie. Jij gaat de wereld niet redden.

De meeste toeristen organiseren hun gorillatrekking in het noorden van Bwindi NP. De afstand is minder groot en de verbinding met Kampala (de hoofdstad) is beter. Wij zullen de trekking vanuit het zuiden starten. Kisoro is een stadje op het drielandenpunt tussen Oeganda, DRC en Rwanda. DRC ligt op zo'n 14 km van onze lodge en Rwanda op zo'n 12 km. Net voordat we Kisoro binnenrijden passeren we een onthaalkamp voor vluchtelingen van de VN. We trekken geen foto's. Dit is geen toeristenattractie. Een groot omheind kamp met witte tenten. Alfred vertelt ons dat de vluchtelingen veelal te voet over de grens komen. Ze worden opgevangen in het kamp, maar worden daarna naar een ander kamp gebracht.
Het uiterste Zuidwesten van Oeganda voelt helemaal anders aan door de nabijheid van de grens, een drukte van mensen, de stijl van huizen en het andere klimaat (hooggebergte). We verblijven in Traveller's Rest, een hotel waar Dian Fossey heel vaak verbleef. Een hotel met geschiedenis. We worden vriendelijk onthaald en voelen ons meteen thuis. Hoewel het dicht bij de stad is gelegen, vinden we een zalige rust in de tuin onder de avocadobomen.


We wandelen even door de stad, maar stellen al snel vast dat dit grensstadje weinig te bieden heeft buiten de nabije nationale parken. Op donderdag is er wel een internationale markt. Iets om naar uit te kijken als we niet te moe zijn van de trekkings.

Inmiddels zijn we Alfred, onze trouwe gids en chauffeur, uit het oog verloren. Tijdens een ontspannen moment op het terras van Traveller's Rest, duikt hij terug op. Hij vertelt dat hij zonet naar de tandarts is geweest. Ergens halverwege de reis had hij ons al laten weten dat hij een ernstig tandprobleem had. Een tand met een groot gat in speelt hem al de hele tijd parten. Blijkbaar had dit nu zo'n toppunt bereikt dat hij de tand heeft laten trekken. We hebben met hem te doen. Heel die tijd hebben we niets aan hem gemerkt. Hij moet erg hard hebben afgezien.

We genieten van het avondeten, simpele boerenkost en kruipen meteen ons bed in. Morgen opstaan om 5u. Gorilla's here we come!

dinsdag 14 januari 2014

Aaaaaaaaaah Aaaaaaaaaah Aaaaaaaaahrg!

In Afrika hebben ze een spreekwoord: Een vroege vogel vangt het nijlpaard. Of zoiets?! Sinds vandaag hebben ze er nog een spreekwoord bij wat mij betreft. 'Je scheet stinkt als een dode olifant!' Later meer daarover.
Eerste activiteit op het programma: een ochtendsafari. Onze oogjes plakken nog dicht, tot we, onderweg naar de ingang van het park, een hyena de weg zien oversteken. De hyena hadden we hier nog niet gezien, dus zijn we meteen zeer tevreden met deze 'sighting'.
Queen Elisabeth NP wordt doorkruist door deze snelweg. Het is ook een NP waarin nog steeds mensen wonen. Vissersdorpjes in en rond het park. De aanwezigheid van menselijke activiteit maakt het park, wat mij betreft, net iets minder aantrekkelijk dan Murchison NP, waar ik echt mijn hart ben verloren. Al hebben we tijdens deze laatste gamedrive ook enkele magische momenten: de zonsopgang over het uitgestrekt savannelandschap dat gehuld is in een ochtendnevel; een troep van zes leeuwen die liggen te luieren terwijl de antilope stokstijf staat van de angst; een uil die nieuwsgierig rond zich kijkt, ....
In het midden van de safaritocht stoppen we bij één van de vele kratermeren die het park rijk is. Er wordt zout ontgint door de lokale dorpelingen. Het is een spectaculair uitzicht.
QENP is echter meer dan enkel savanne, kratermeren en vissersdorpjes. 's Middags hebben we een afspraak met de chimpansees van de Kyambura kloof. In het midden van de savanne is er plots een 16 kilometer lange kloof. Een canyon waarin een heel ander klimaat heerst en het tropisch regenwoud floreert. De kloof is het resultaat van eeuwenlange erosie door de Kyambura-rivier. Door de lokale gemeenschap is de verbinding tussen het regenwoud in de kloof, en het regenwoud in het zuiden, verbroken en is er een groep chimpansees in de kloof achtergebleven. De groep van amper 24 chimpansees leeft nu geïsoleerd in de kloof. 

 
Ik hoor jullie al denken: 'Sech, ze hebben toch net een chimpansee habituation experience van 7 uren gedaan eergisteren. Nu gaan ze weer.' Inderdaad! En gelukkig dat we dit gekozen hebben, want het zal een ongelooflijke ervaring worden.
We worden voor deze chimpansee-trekking bijgestaan door gids, Geoffrey, en zijn kompaan met de kalashnikov. Het automatische geweer, van Russische oorsprong, is noodzakelijk omdat er ook andere wilde dieren in de kloof zitten. We denken aan olifanten, leeuwen, luipaarden, nijlpaarden, .... Elke ranger in Oeganda heeft er één.
Terwijl Geoffrey ons uitleg geeft over het verloop van de dag, horen we oerkreten uit de kloof opstijgen. Geoffrey ontbreekt zijn uitleg en zegt ons dat we geen tijd te verliezen hebben. Als bezetenen dalen we af richting de 'oe oe oe, aaaaaaaah aaaaaaaaah aaaaaaaaahrg, drum drum'. We rollen bijna van de berg. Tijdens de afdaling worden we bevangen door een onmenselijke stank. Is dit een onverwachtse opstoot van het bruine substantie-probleem? Heeft iemand (Frankenweenie?) een windje gelaten? Heeft de dwerg zich wel gewassen deze morgen? Als we, in een mum van tijd, de bodem van de kloof bereiken, wordt meteen duidelijk wat de stank veroorzaakt. Er ligt een gigantisch rottend lijk van een olifant in de kloof. De walm is niet te harden. Het inspireert ons tot nieuwe spreekwoorden en we zullen de rest van onze tijd op deze aardkloot spreken van 'stank als van een dode olifant.'
Geoffrey neemt het voortouw. Gevolgd door een enthousiaste en sympathieke Indiër. Uw blogschrijver volgt op de voet en de dwerg zet een spurtje in. In het achterste van het peloton wordt Jolijn geassisteerd door de kalashnikov. We razen wild door de jungle om uiteindelijk bij een chimpansee te belanden die rustig in een boom ligt te relaxen. Alsof hij ons aan het opwachten was. De chimpansee is een jong mannetje. Later leren we dat hier enkel jonge mannetjes en vrouwtjes vertoeven. Door de beperkte grootte van de groep is incest een serieus probleem aan het worden. Geoffrey vertelt ons dat er plannen zijn om nieuwe vrouwtjes in de groep te introduceren om dit probleem te verhelpen. Geoffrey is een held. Hij is dé gids om een goede Chimp-hunt te doen.
Na de wederzijdse observatie met de jonge chimpansee (hij staarde letterlijk een hele tijd in mijn ogen), wordt de jacht verdergezet.


Als we de rest van de Chimps ontdekken wordt de achtervolging ingezet. Het is een intense tocht. Je voelt de jungle om je heen, terwijl er voor je menselijke apen op handen en voeten verder lopen. De trip in de kloof is kort maar krachtig. We zien zo'n 8 à 9 chimpansees, waaronder 2 jonge Chimps. De Chimps zijn veel wilder dan in Kibale Forest en zien er weer volledig anders uit.
De naam van de kloof, Kyambura, betekent 'het zoeken naar, zonder te vinden.' Wij hebben in elk geval een schitterende ervaring gevonden. Jolijn heeft wel steeds naar adem moeten zoeken, en heeft dit niet altijd gevonden, maar ook Jolijn heeft genoten van de 'chase'. Het was een 'rush', een kick. We bedanken Geoffrey en Mr. Kalashnikov. Maar ook de sympathieke Indiër, die net zoals de sympathieke Duitse pediater voor hem, 'single handedly' de reputatie van de Indiërs heeft hersteld.
Omdat we zoveel geluk hadden met de chimpansees (naar 't schijnt heb je maar een kleine kans om ze te spotten in deze kloof), zijn we heel wat vroeger terug in onze lodge. Dit vinden we best OK. Deze lodge is al één van de beste tot hiertoe. Je hebt alle faciliteiten, het eten is super en het personeel heel vriendelijk. We kunnen zalig nagenieten op het terras terwijl we naar de prachtige vogels kijken. Zie ik daar geen African Pygmy Kingfisher? Is dat daar geen Diederik Cuckoo?

Na het heerlijke avondeten krijgen we nog het gezelschap van een hele bende nijlpaarden, die aan het restaurant van de lodge komen grazen. Tijd om de blog bij te werken dus, en 's nachts te dromen van chimpansees. Misschien zijn de rollen dan omgekeerd en word ik door hen achtervolgd.   

maandag 13 januari 2014

Equator

Om deze blogpost op een goede manier te kunnen schrijven, heb ik wat tijd nodig gehad om af te koelen. Niet dat het hier zo warm is, al is het hier best heet. Ik moet mezelf beheersen of ik start een tirade over een incident dat heel wat impact op me had. Vergeet de eerdere politiek incorrecte blogposts of de gekleurde mening over vrouwenbesnijding of de NRP. Vandaag zou ik mezelf kunnen verliezen bij het schrijven van deze blogpost. Ik kan niet garanderen dat dit niet zal gebeuren. So beware!

De dag start zoals andere dagen aan de rand van de jungle. Met veel geritsel in de struiken en een verrassend bezoek van Fons, die we al sinds Kidepo NP niet meer hebben gezien. Heeft Fons, de 'fluffy' muis, de hele tijd als een verstekeling in onze rugzak meegereisd? Hij is in elk geval erg in paniek als hij tussen het muskietennet en het bed beland.
We pakken onze rugzakken in want vandaag vertrekken we weeral naar het volgende adres. Bestemming: Queen Elisabeth NP. Het op één na grootste nationaal park van Oeganda. Het park is zo'n kleine 2000 km² groot en loopt verder door in DRC (Congo) waar het nog eens dubbel zo groot is. Het is een grote trekpleister omdat het zo veel variatie heeft in één natuurpark. Er is savanne, tropisch regenwoud, een kanaal dat de grote meren verbind, ....
We rijden via Fort Portal in een zuidelijke richting en zien het landschap opnieuw wat veranderen. De theeplantages maken plaats voor bananenplantages en we rijden de hele weg langs de Rwenzori bergketen. Onderweg koopt onze trouwe gids, Alfred, de krant en een tros bananen.
's Middags komen we aan in onze lodge. Ihamba Lakeside Safari lodge is een prachtige grote lodge, gelegen aan lake George op zo'n 40 km van de grens met DRC. 's Nachts komen de nijlpaarden hier uit het water om te grazen op het terrein. We genieten van ons middagmaal voordat we onze eerste activiteit in deze nieuwe omgeving inzetten. De bootsafari wacht op ons.


Onderweg naar de bootsafari gebeurt er iets. We voelen het gewoon. Het magnetisch evenwicht in ons lichaam verschuift. We worden er helemaal euforisch van: we passeren de evenaar. De nodige foto's worden genomen voordat we de trip verderzetten.


Queen Elisabeth onderscheidt zich van andere nationale parken omdat het vol met cactusbomen staat. In het nationale park loopt een kanaal dat Lake George met Lake Edward verbind. Lake Edward is op zijn beurt verbonden met Lake Albert en Lake Albert met de Victoria Nijl, dat na Lake Albert, de Albert Nijl wordt genoemd tot het in Soedan samenkomt met de Blauwe Nijl, want vanaf dan heet de Nijl: de Witte Nijl. Kan u nog volgen? Goed zo!
Soit, we rijden verder door het park naar de start van de bootsafari. Onderweg zien we olifanten, Oeganda Cob, wrattenzwijnen, .... Op een gegeven moment jaagt Jolijn een leeuw weg, en verstaat de dwerg eindelijk vanaf de eerste keer wat ik zeg (de dwerg heeft eigenlijk een oorhoorn nodig).
We wachten op de boottrip in de luxueuze 'high class' lodge in het midden van QENP. Vanuit de lodge heb je een uitzicht over het kanaal en lake Edward. Het is indrukwekkend. We herinneren ons de 2 zeer geslaagde boottrips in Murchison NP en kijken er al erg naar uit. We hoorden immers dat deze boottrip nog een stapje verder gaat omdat je de dieren van heel dichtbij kan zien.
We stappen op de grote safariboot, een dubbeldekker met lekker veel ruimte. Naast de dubbeldekker ligt een kleiner 'luxe'-bootje met chique zetels e.d.. We bemerken dat we zeer tevreden zijn met de grote dubbeldekker. Een seconde later moeten we, samen met de andere toeristen, de grote dubbeldekker verlaten en plaats nemen in het luxebootje. Het bootje kan nog niet vertrekken want er worden nog extra klanten verwacht. Wat later stapt een grote familie Indiërs op de boot.

- Ik hoor jullie al komen. Nu komt het! Nu komt het stuk waarover hij schreef in het begin van deze blogpost. De tirade start. Niemand is nog veilig. Dekking zoeken!
Inderdaad. Gevoelige lezenaars, gelieve nu te stoppen en een andere, meer zinvolle, bezigheid te zoeken. In het volgende stukje blog spaar ik niets of niemand. Vergeet de lamme, tamme, politiek incorrecte eufemismen die ik een aantal blogposts geleden nog schreef. Dit is 'the real deal'. 'No mercy!' -

Een vader, moeder, 2 zonen en een dochterje Indiërs stapt op de boot. De boot helt over naar één kant. Niet alleen het symbolische gewicht van deze, duidelijk welgestelde, Indiërs weegt door. Vooral het gewicht van hun oudste zoon, waarvan ik inschat dat hij de leeftijd van 27 jaar niet zal halen, is bepalend voor het overhellen van de boot. Nu zijn wij ook niet de meest slanke mensen, maar man oh man, dit gaat er over. De zetels van de luxeboot zijn naar binnen gericht, en wij krijgen de moeder en de kinderen als overburen.
Nu wil ik toch even de tijd nemen om ietwat te nuanceren voordat jullie in mij een NRP ontdekken. Ik heb niets tegen het Indische volk. Indische mensen zijn waarschijnlijk zeer lieve mensen. Ik ben me ten volle bewust van de differentiatie in elke samenleving, ook in de Indische, en wil me dus nu reeds excuseren voor elke veralgemening die verder in deze blog zal volgen. Zoals zal blijken, beperkt mijn frustratie zich niet enkel tot het gedrag van deze Indiërs.
De boottocht zet zich in. We varen naar de overkant van het kanaal. Eenmaal daar aangekomen, blijkt de motor van de boot stuk. In plaats van, aan een behoorlijk tempo, van de ene bezienswaardigheid naar de andere te varen, kabbelen we verder aan een tempo dat mij zelfs geen knoop lijkt. OK, er is veel te zien. We zien krokodillen, nijlpaarden, buffels, ooievaars, nijlganzen, African Skimmers, Afrikaanse visarenden, .... Stuk voor stuk prachtige taferelen, ware het niet dat we steeds, met de zetels naar binnen gericht, op de Indische familie staren. Deze Indiërs zijn zeer praktische mensen. Ze nemen winkelzakjes vol snoepgoed en drinken mee op een boottochtje zodat ze tijdens de natuurervaring (die amper 2 uur zal duren) nog kunnen snacken en drinken. Drinken wordt netjes in plastiek bekertjes gegoten, waarover later meer!
De kapitein weet dus niet meer hoe zijn motor werkt en wij kabbelen verder richting Lake Edward. Op de achtergrond wordt de natuurervaring bekrachtigd door een natuurgids die de prijs wint van meest monotoon stemgeluid der gidsen. Als je natuurbeleving nooit iets hebt gevonden, dan zou je na deze gidservaring simpelweg zelfmoord plegen. Hij zou er in slagen om het meest spannende natuurtafereel om te vormen in een slaapliedje. De frustratie wordt nog groter als we merken dat we richting zonsondergang aan het varen zijn en dus elke foto automatisch een foto met tegenlicht wordt. De terugrit verloopt zeer snel en foto's zijn dan niet meer aan de orde.
Ik slaag er, als bij wonder, toch in om geslaagde foto's te trekken van olifanten en de, een primeur, Giant African Forest Hog (een varkentje om 'U' tegen te zeggen).


U dacht nu allicht dat mijn tirade een hoogtepunt bereikt heeft. Dat ik de negatieve ondertoon van deze blog niet erger kon worden. Mis! Fout gedacht! Het begint nog maar.
(Ik heb me toch nog erg geamuseerd vandaag hoor, maar wou dit toch even van me af schrijven).
Tijdens de boottocht hebben de Indiërs af en toe een stoelendans gedaan. Met een tientonner (sorry, ik zat zonder eufemismen) kan dat tellen op een klein bootje. Ze hebben gesnackt en gedronken. Het kleinste meisje heeft haar drinken uitgespuwd over de benen van mijn liefste, mijn Frankenweenie. En dan gebeurde het meest gruwelijke tafereel. De horror! De horror! Telkens, net als mijn geloof in de mensheid terug ietwat hersteld wordt, krijgt het vertrouwen een dreun. De filantroop kruipt in zijn schelp en de misantroop verlaat het huisje. Ik kan er niet bij! Ik kan het niet loslaten. Bij aankomst aan de pier, neemt de moeder het gebruikte plastiek bekertje en gooit het over boort in het water. Ik ontplof!!! Het is een wonder dat ik me nog kan beheersen. Na al die prachtige natuur te bezichtigen, werpt ze doelbewust plastiek op de plek die ze net bezocht heeft. Ik had moeten zeggen: 'If you do that again, I'll throw you in after it', maar het bleef bij een beheerst: 'Excuse me, you can't throw plastic in the nature, it's terrible!' Ik wierp haar nog een 'evil eye' toe en daverde op mijn benen.

Zie je wel. Ik heb het niet kunnen doen. Ik heb me niet kunnen beheersen en heb mezelf wat verloren in de blog. Daar waar de natuur mij nooit ontgoochelt, doet de mensheid het telkens opnieuw. Verwerpelijk! De homo sapiens sapiens is gedoemd te mislukken. Gedoemd om zijn eigen graf te graven.

Maar goed, kom, het is voorbij. We hebben er over kunnen babbelen en ik zit nu, als laatste klant in de grote zaal van de lodge, te genieten van de rust. Op de achtergrond: het geluid van krekeltjes en brommende nijlpaarden. Morgen beter. Hopelijk kan de filantroop terug uit zijn schelp kruipen.   

zondag 12 januari 2014

Planet Of The Apes

5u15. We halen het ontbijt- en lunchpakket af in het restaurant van de lodge. Jolijn heeft een slechte nacht achter de rug en wat hoofdpijn. De dwerg is ietwat opgewonden en uw blogschrijver is de beheersing zelve (uiteraard, want hij schrijft de blog, knipoog).
De oogjes zijn nog klein als we door Alfred naar het rangerstation in Kibale Forest worden gereden. Het is nog pikdonker.
In het rangerstation worden we opgewacht door onze gids, Charles, een Duitse vrouw en 2 jonge Zweedse meisjes. De troep homo sapiens sapiens is bekend. Klaar om onze soortgenoten te gaan ontmoeten. Charles geeft een korte briefing over het park en de 'habituation experience' en dan vertrekken we, door de jungle in de ochtendschemer. Het tempo ligt hoog. We starten op een bospad, maar dat laten we al snel achter ons als we Chimps horen roepen in de verte. Het bunkeren zal vandaag onze tweede natuur worden. Het is één van de eerste zaken die het ons makkelijker maken om ons in te leven in de leefwereld van de Chimps. Het is best spannend allemaal. Grote afdrukken van bosolifanten en olifanten-'dung' op ons pad. We lopen in cirkeltjes en al onze zintuigen staan op scherp. Tot plots, een grote donkere mensaap zich van een boom laat glijden. De Chimp kan als geen ander de 'brandweerslide'. Verwonderd gapen we naar de grote mensaap. Ik kan jullie vertellen dat niets je op dit moment kan voorbereiden. Hoe hard je ook probeert. Het moment is te grotesk om zelfs op papier te krijgen.


Charles en de homo sapiens sapiens troep zet de achtervolging in. Een goede kilometer volgen we deze oude chimpansee. Hij brengt ons bij de rest van zijn groep. In deze groep chimpansees leven zo'n 120 Chimps op een oppervlakte van 25 tot 30 km². De groep is evenwel opgesplitst in kleinere groepjes van 10 tot 20 Chimps.
Wat volgt is een voorbeeld van hoe de homo sapiens sapiens zich gedraagt in aanwezigheid van soortgenoot. Aanvankelijk lijkt het alsof de groepsleden (van de HSS) dezelfde doelen hebben en zich ook daarnaar zullen gedragen. Het wordt al snel duidelijk dat er onenigheid ontstaat in een nieuwe groep en de groepsleden concurreren voor de beste plaatsjes om foto's te nemen. Het is wat duw en trekwerk waarbij egoïsme en eigenbelang de bovenhand halen tegenover solidariteit en samenwerking. Gelukkig is dit gedrag van korte duur als er tijdens het ontbijt tussen de Chimps wat meer informatie uitgewisseld wordt. De Zweedse meisjes doen hier een stage bij NGO's en de Duitse vrouw is hier met vakantie net zoals wij. Wat 'small talk' doet wonderen om het sociaal contact te verbeteren.
De vergelijkingen tussen de chimpansees en mensen stapelen zich op naarmate we meer info krijgen over de Chimps. Chimpansees zijn zeer georganiseerde dieren. Ze hebben een duidelijke hiërarchie en handelen vaak zeer systematisch. In tegenstelling tot andere mensapen zijn ze erg agressief en zeer actief gedurende de dag. Ze beschermen hun territorium tegen indringers en gaan soms op oorlogspad in het territorium van hun soortgenoten. Het zijn echte 'raids' en moordpartijen, waarna ze hun overwinning vieren door hun verslagen soortgenoot uiteen te rijten en op te eten. Als de chimpansee gaat jagen, op kleine aapjes, doen ze dit ook zeer georganiseerd en in groep. De grote oude mannetjes coördineren hun aanval van op de grond; de jonge mannetjes jagen in de boomtoppen en de vrouwtjes jagen de kleine aapjes op door te krijsen. Als de, nog levende, aapjes in de handen van de oude mannetjes terechtkomen, grijpen ze de aapjes bij hun poten en slaan ze de aapjes tegen bomen of tegen de grond tot ze dood zijn. Door chimpansees te begrijpen, begrijp ik de mens ook beter. Al deze agressie vinden we ook terug bij ons. Vaak vermomd, heel sluw, in de vorm van machtspelletjes e.d. Maar ook op grotere schaal, op maatschappelijk vlak zijn we vaak bezig met het afbakenen van territorium (nationalisme) en het leven van onze buren zuur te maken. Fascinerend allemaal. Truly a planet of the apes!
Charles, onze gids, blijkt al snel geen Chimp maar een 'Chump' (a monkey amongst apes) als hij ons, tegen alle parkregels in, naar een chimpansee leidt die languit op de grond ligt te rusten. De 'Chump' regiseert ons en plaatst ons één voor één vlak naast de chimpansee. Op nog geen halve meter van de chimpansee wordt dan telkens geposeerd samen met de Chimp. Uw blogschrijver heeft zich niet bezondigd aan deze banale bezigheid, dat enkel dient als domme toeristenatractie. Ook de andere leden van de HSS-troep hebben achteraf hun bedenkingen bij de methodes van de 'Chump'.
Maar, al de bovenstaande info laten we los. We worden gehypnotiseerd door de wonderlijke ervaring van de ontmoeting met de chimpansee. Hun gelaatsuitdrukkingen, de handjes en voeten, de diversiteit van gezichtjes, .... Allemaal dragen ze bij tot de pracht van deze ervaring. Uren aan een stuk verblijven we in aanwezigheid van deze magische dieren en worden we vaak overvallen door euforie en verbazing. Soms verschieten we ook. Ons hart bonst tegen onze borstkast als de mannetjes chimpansees, en dan vooral de 'president', chargeren. Een kort 'oe oe oe' wordt gevolgd door een luid gekrijs, het laten zien van alle tanden en het hard slaan tegen boomstronken wat klinkt als een drum (de boomstronken/stammen zijn precies hol vanbinnen). We observeren de Chimps terwijl ze elkaar vlooien, in hun neus peuteren, eten, 'vossen' (de 5 seconden-seks) en liggen te luieren.


In de namiddag laat de 'Chump' ons wat meer genieten van de ervaring in plaats van telkens te zeggen dat we foto's moeten trekken. Tegen het einde van de 'experience' hebben we zelfs nog even een gesprek over de politiek in Oeganda met de 'Chump'. Volgens de 'Chump' is deze president, Museveni, de beste president van Oeganda 'ever'. Hoewel de president neemt wat hij kan nemen, en verdwijnen zijn politieke tegenstanders soms volledig van de aardkloot net voor de verkiezingen, is er volgens de 'Chump' geen betere president mogelijk. Museveni heeft al sinds 1986 de vrede in Oeganda gegarandeerd. Als deze president het loodje legt, zal er ongetwijfeld een probleem ontstaan. Volgens de 'Chump' zal dit probleem zichzelf oplossen. Er zullen dan verchillende kandidaten opstaan en dan is het een kwestie van 'the last man standing'. Mmmh, prettig toekomstperspectief en very 'Chimp-like'.
Als de groep homo sapiens sapiens uiteindelijk beslist om terug naar het rangerstation te keren, hebben we acht uur en een half met onze neefjes door de jungle gewandeld. Een onvergetelijke ervaring!


Chimps Nest

Nacht in de jungle van Oeganda. In de verte horen we apen ruzie of kindjes maken. Getjirp van krekels, cicades en andere kleine kruipertjes rondom ons. Locatie: Chimps Nest aan de rand van Kibale Forest. We hebben net het avondmaal achter de rug en zijn klaar om in bed te kruipen. We moeten ons immers voorbereiden voor morgen. Morgen is het 'Chimp Habituation Experience'. We zullen een hele dag een groep chimpansees volgen, van 's ochtends tot 's avonds. Het is zeer belangrijk dat we voldoende uitgerust zijn. Vandaag was dan ook niet zo'n drukke dag.
We vertrokken 's ochtends om 9u. Tijdens onze vakantie betekent dat, dat we konden uitslapen. We hebben echt genoten van het verblijf in de Rwenzori View Guesthouse. We namen afscheid van de andere gasten en kochten een voorraad water in voor de komende dagen.
Onderweg naar Kibale Forest reden we opnieuw door een landschap van theeplantages. We stopten even om een foto te nemen.
Ter voorbereiding voor de 'habituation experience' gingen we langs het rangerstation aan de rand van de jungle. Een ranger vertelde ons waar we allemaal rekening mee moeten houden tijdens de wandeling met de Chimps. In Kibale Forest zitten wel zo'n 1500 Chimps, onze nauwe verwanten. Als ik me niet vergis is zo'n 98% van het DNA van de chimpansee exact hetzelfde als van de mens. Ze zijn nauwer met ons verwant dan de berggorilla's, die we later deze reis zullen ontmoeten. Een spannend avontuur om naar uit te kijken, en het is er morgen al!
Tegen de middag checkten we reeds in in ons nieuwe verblijf, Chimps Nest. Het is geen chique lodge, maar de accomodatie zal zeker en vast volstaan voor 2 nachten. Er is een buitendouche verbonden aan ons houten paalhutje in het bos. Ook hier zal iemand ons na de zonsondergang moeten begeleiden naar het huisje. Er zitten immers ook bosolifanten in de buurt en die wil je 's nachts niet meteen tegenkomen (hoewel?).
We hebben ook een moeraswandeling achter de rug. Tijdens de wandeling zagen we 3 nieuwe aapsoorten en vele prachtige vogels, waaronder de groteske grote blauwe toerakoe. Alfred vergezelde ons tijdens de wandeling. Hij had zin om een keer mee te wandelen en wij apreciëren zijn gezelschap ook steeds. De wandeling werd begeleid door Bernard. Bernard is een vreemde kerel. Hij neemt pauzes tussen zijn zinnen en kijkt je dan serieus aan. Na een stukje uitleg over de swamp vertelt hij een mopje, wat vreemde humor, en lacht hij luidop. Zijn gezicht fleurt dan helemaal op. Hij leek een beetje 'stoned', best wel grappig. De 'swamp' is een natuurgebiedje dat gerund wordt door de lokale gemeenschap. Het is slechts zo groot als de Ekerse bospolder en de wandeling was niet langer dan 4,5 kilometer. Maar zo'n diversiteit, daar kan je in België alleen maar van dromen. Bernard kent ook wat Nederlands, 'roodstaartaap' kan hij perfect uitspreken. Hij is er trots op en zei dat hij dit dan kan zeggen tegen de mensen als hij in België is. Ik maakte hem duidelijk dat sommigen onder de Belgen misschien wat beledigd zullen zijn (cimbaal, snaredrum + lachband). Bernard lachtte zich een kriek.


Terug in de lodge genieten we meer van het gezelschap tijdens het avondeten dan van het avondeten zelf. Het is niet dat ze geen inspanning leveren om goed eten te geven, maar de vis is droog en Jolijn laat hem zelfs liggen omwille van de grondsmaak. Het gezelschap daarentegen was zeer aangenaam. 2 boerenzwaluwen hebben van het restaurant hun nestje gemaakt en zitten schattig wat tegen elkaar te fluisteren. Allemaal erg lief, en zeker en vast minder luidruchtig dan de honderd wevervogels die in de omliggende bomen vrouwtjes trachten te imponeren met hun mooie woonst.

Een jungle is allesbehalve stil. Deze natuur kent geen stilte. Het is een stad op zich. Een stad zonder vervuiling of files. Een stad met een natuurlijke diversiteit in evenwicht. Je vindt er een rust die je nergens anders zal vinden.

donderdag 9 januari 2014

Do You Know What I Idi Amin?

Tijdens het ontbijt worden we geanimeerd door de kinderen van expats uit Nederland. De kinderen amuseren zich te pletter met het maken van scheetgeluidjes met de bus pannenkoekensiroop. Pannenkoeken! Zalig! Eindelijk nog eens een ontbijt zonder eieren. De Britten hebben de Oegandezen geleerd om een 'full English breakfast' te maken voor westerse mensen. Dat terwijl Alfred ons vertelt dat de Oegandezen zelf niet eens ontbijten. Ze eten vooral 's middags een stevige lunch. De pannenkoeken zijn echt heerlijk. Niet zo van die kleine dikke Amerikaanse pannenkoeken die naar niets smaken, maar grote ronde pannenkoeken. Oh heaven!
Vanmorgen gaan we een wandeling maken rond de kratermeren aan de voet van de Rwenzori Mountains. Onze gids, Patrick, slaat de bal al eens mis wat betreft vogelnamen, maar hij maakt veel goed met zijn enthousiasme. Het is een grijze dag. We zitten op zo'n 1500 meter hoogte dus de temperatuur is flink wat gedaald. De zon slaagt er niet in door te breken. Wij treuren echter niet. Een nieuwe dag is een nieuw avontuur. Het golvende landschap met kratermeren en plantages is best mooi. Tijdens de wandeling slaag ik er zelfs in om de schuwe toerakoe te fotograferen. Een grote donkerblauwe vogel met een rode kuif en een geel maskertje rond zijn ogen en bek.


Patrick leidt ons nog naar de waterval en de grotten en dan houden we het voor bekeken. Tof dat we onze benen nog eens gestrekt hebben.
's Middags lunchen we in de stad. Fort Portal heeft een goed restaurant om de Afrikaanse keuken eindelijk eens te proeven. Oegandees eten blijkt zeer smakelijk te zijn. We eten matoke (een puree van minder zoete bananen), rundsvlees met aardnotensaus, casavé (maniokvariant). Enkel Jolijn vindt het maar niets. Vooral de Afrikaanse aubergines smaken zeer bitter, een zeer uitgesproken smaak.
's namiddags staat een fietstour van Fort Portal gepland. Dwergen en fietsen: een verhaal op zich. Al dagenlang horen we de angst van Monique voor de fietservaring. Ze heeft iets meegemaakt met fietsen en Chinezen waar we het fijne niet van weten, maar het was duidelijk een trauma. Alfred geeft aanvankelijk aan dat de fietstocht mogelijk niet zal doorgaan. Een slaak van verluchting komt van de twee vrouwen. Ze maken onmiddellijk duidelijk dat ze dit helemaal niet erg vinden. Maar Alfred zou Alfred niet zijn als hij niet al het mogelijke zou doen om het reisprogramma volledig af te werken. Resultaat: 3 fietsen en een gids, Bryron. Hilariteit als de fietsen afgesteld moeten worden en nog meer hilariteit als blijkt dat dwergen enkel op kinderfietsen passen. Na 1 km fietsen blijkt het mountainbike-gegeven te veel voor de vrouwen. Toegegeven, Fort Portal is zeker en vast niet plat. Ook uw blogschrijver heeft af en toe wat moeite met de steile beklimmingen.


We passeren terug langs het startpunt om de vrouwtjes af te zetten, en ik en Bryron zetten de fietstocht alleen verder. We fietsen rond de stad. Passeren het paleis van de koning van deze regio. In Oeganda hebben koningen nog zeer veel te zeggen. Ze verenigen het volk per regio (er is een koning per regio) en het volk luistert ook echt naar de koning. Ze hebben een belangrijke functie en de president dient rekening te houden en in dialoog te gaan met de koningen bij belangrijke beslissingen. De koning in deze regio is net 21 jaar geworden. Hij werd koning op zijn 3 jaar. Hij begon dus met een rammelaar in plaats van met een scepter.
De fietstocht was pittig en ik ontmoet de vrouwen terug op een terrasje. Zoals verwacht hebben ze een marktje gedaan en nog wat souvenirs gekocht. Best wel mooi die armbandjes die gemaakt zijn van gerecycleerd papier.
In onze guesthouse maken we kennis met een Belg uit het Leuvense. Ze werkt voor de universiteit van Leuven aan een project rond aardverschuivingen. Heel boeiend onderwerp. Er zijn blijkbaar veel aardverschuivingen in de buurt van Sipi Falls, waar we onze reis zijn begonnen. Regen, erosie, landbouw, ontbossing en bevolkingsgroei hebben allemaal een invloed op dit fenomeen. De oorzaken vaststellen is niet het grote werk. De lokale bevolking overtuigen om preventieve maatregelen te nemen en op tijd te evacueren is wat anders. Velen zouden geloven dat de geest van de berg boos wordt en zijn toorn op slechte mensen uitwerkt. Complex gegeven.
's Avonds in de Rwenzori View Guesthouse worden we aan tafel vergezeld door nieuwe gasten. Het is een kleinere tafel dan gisteren. Een Duits-Thais koppel voegt zich aan tafel. Het overige gezelschap is de vrouw uit Leuven en de 2 Nederlandse vrouwen waar we ook gisteren een aangenaam gesprek mee hadden. Een internationaal gezelschap dat gezellig samen dineert. Het eten is opnieuw fantastisch. Grote schotels komen op de tafel en er wordt gezellig doorgegeven en uitgeschept voor elkaar. Het gesprek is vanavond in het Engels zodat iedereen kan volgen. We starten met wat gezellig te keuvelen over de reis en het verkeer in Oeganda, tot het gesprek een wending krijgt en de kolonisatie van Afrika het hoofdthema wordt. Iedereen aan tafel wordt helemaal stil als de Duitse man vertelt over zijn verleden. Deze man heeft in Oeganda gewerkt tussen 1972 en 1977. Hij was een pediater in een ziekenhuis in Kampala tijdens het bewind van Idi Amin. Hij vertelt de ene prachtige anekdote na de andere over zijn ervaringen in die tijd en over Amin. We hangen letterlijk aan zijn lippen. Vooral dat dit de eerste keer is dat hij Oeganda bezoekt sinds 1977 is fascinerend. We kunnen onmogelijk inleven hoe hij zich tijdens deze reis moet voelen, maar we krijgen het er allemaal warm van. Wat ons betreft, heeft deze Duitser 'single handedly' de reputatie van de Duitsers goedgemaakt. Schitterend!
Wat later voegt een Zwitser zich aan tafel. Ook hij heeft avonturen om te delen. De Zwitser is op reis door Afrika met zijn Keniaanse vrouw. Het is niet de eerste keer dat hij reist met zijn camper door Afrika. Hij woont deeltijds in Kenia en reist onder meer om invoertaksen te vermijden. Interessant dat hij wel vaker vanuit Zwitserland op reis vertrok en minder voor de hand liggende landen uitkoos om door te reizen. Zo reisde hij al door Libië, Soedan, Somalië, .... Grappig wordt het, als we vaststellen dat er steeds een burgeroorlog uitbreekt in het land dat hij heeft doorkruisd. Zo'n boeiende avond. Het concept van deze guesthouse is geniaal. Iedereen aan dezelfde tafel laten eten en het gesprek komt vanzelf op gang. We genieten ervan met volle teugen.

Morgen trekken we richting Kibale Forest waar we de 'Chimps' zullen zien. De reis is nog volop op gang. Jihaa!

Fort Portal

Bij het verlaten van Murchison Falls NP rijden we er dwars doorheen. Ten zuiden van de Victoria Nijl verandert het park in een grote groene jungle. Het regenwoud herbergt de chimpansee en verschillende mooie vogels. Wij hebben echter andere plannen. We moeten tegen de avond in Fort Portal geraken.
De weg is in een slechte staat. Door het losse zand en de ribbels in de weg krijgen we een massage terwijl we in slaap worden gewiegd door het gezoem van de motor.
Het landschap verandert weer. We rijden langs een aaneenschakeling van dorpen om uiteindelijk in een golvend landschap met grote theevelden te belanden.
Een konvooi van de VN met Congolese vluchtelingen rijdt ons voorbij. De grens met DRC in niet zo ver. De grens wordt gevormd door een majestueuze bergketen, de Rwenzori Mountains. Door het grijze weer zien we de hoge toppen van de bergen niet. De hoogste berg ligt op zo'n 5000 meter hoogte.
Eindstation is Fort Portal. In deze belangrijke stad in het westen van Oeganda zullen we 2 nachten verblijven in de Rwenzori View Guesthouse. Het eenvoudige maar nette etablissement aan de rand van de stad wordt uitgebaat door een Nederlandse vrouw die al 18 jaar in Oeganda verblijft. Ze bouwde de guesthouse samen met haar Britse echtgenoot. De guesthouse zit vol deze avond. Een groep Zwitsers en een groep Nederlanders zijn het gezelschap. In de grote gezellige eetzaal zullen we met z'n allen samen aan tafel gaan zitten om te dineren. Verblijven in een guesthouse is soms een hele sociale bedoeling. Aanvankelijk hebben de vrouwtjes er niet veel zin in om omringd te worden door vreemden, maar het wordt al snel duidelijk dat het een gezellige avond zal worden. Al is het Afrika-gevoel soms een beetje zoek. Het is de 2de avond op een rij dat we door Nederlanders worden aangesproken over de Belgische politiek en Bart De Wever. De Nederlanders zijn blijkbaar goed op de hoogte en gefascineerd door het gegeven. Verder praten we rustig door over expats uit Goma en de onrust in Congo, Nederlandstalige literatuur en multiculti in westerse steden.
Een toffe afsluiter van een transferdag. Morgen zullen we Fort Portal verkennen.


woensdag 8 januari 2014

'Tzé Germans Are Coming!'

Tijd om politiek correcte blogteksten op te bergen. Niet dat ik ooit politiek correct ben geweest. Vandaag was een dagje waarbij we meermaals onze vrije interpretatie lieten lopen bij het observeren van andere toeristen. Er waren diegenen die we nog nauwelijks konden onderscheiden van de bavianen, en er waren 'tzé germans'. Lichtpuntjes in toeristenland: Nederlanders. Jawel hoor, de Nederlander in Afrika is best een sympathieke wortel ('pee').
Onze laatste gamedrive wordt 's morgens vroeg ingezet met, hoe kan het ook anders: George, onze persoonlijke flauwe-grappen-gids. George heeft na twee dagen echter al zijn flauwe grappen opgebruikt en gaat over op het serieuzere werk: het gidsen. We spotten opnieuw olifanten, buffels, antilopen, .... Niets nieuws onder de zon. Er wordt nog een poging ondernomen om de 'Shoebill' alsnog te ontdekken, maar deze is ook dit keer vruchteloos. Aanvankelijk lijkt deze 3de gamedrive te ontaarden in een herhaling. George zoekt manieren om toch nog origineel uit de hoek te komen. Zo stappen we eens uit om te gaan wandelen naar de oevers van de Nijl, waar we opnieuw een bende nijlpaarden zien, en gaan we af en toe 'off road' om wat dichter bij het wild te geraken. Net als alle hoop op nieuwe input verloren lijkt en we een wanhopige poging ondernemen om wat leeuwen te spotten, zien we in het struikgewas een luipaard zitten. De vreugde is enorm. Het enige dier dat we nog moesten zien om onze Big Five te vervolledigen (na de Zuid-Afrika en Namibië-reis), zat dus al die tijd verstopt in het struikgewas van Murchison Falls NP. We bedanken George voor zijn diensten als we opnieuw aan de overzetboot aankomen (telkens als we een game-drive deden moesten we immers de Nijl over).
Eerste toeristen-observatie van de dag: de (vermoedelijke) mormonen. Of moet 'mor morons' zeggen. Een hele familie van +- 10 leden die allemaal verdacht veel op elkaar lijken, en waarvan de vrouwen een blauw kapje op hebben, staat mee te wachten op de boot. Een jong mormoonmannetje is moeilijk te onderscheiden van de aanwezige bavianen die onderling met elkaar vechten om de inhoud van een vuilbak. De man maakt zich belachelijk door het conflict te zoeken met deze opportunistische aapjes. Hij gooit steentjes, roept ze toe en rent op ze af. Ik vind het al jammer dat het dominante mannetje van de troep bavianen, onze 'mor moron' niet te lijf gaat en in zijn heilige ballen bijt ('pardon my french').


Tweede toeristen-observatie van de dag: 'Tzé Germans are coming'. In onze superleuke lodge verblijft een groepje Duitse medemensen die zich in het derde rijk wanen (= zeer politiek incorrecte interpretatie van me). Bij het lunchen bepalen ze wie aan welke tafel plaatsneemt. Dit terwijl ze ook slechts gasten zijn. Wat later, bij aanvang van de bootsafari naar de watervallen van Murchison, zien we de bende al komen. Wij hebben goede plaatsjes op de boot veroverd. Oh wee als ze nu iets zeggen over waar we moeten gaan zitten. Dan krijgen ze steevast een: 'Hitler did not win the war', naar hun hoofd geslingerd. Uiteindelijk stappen ze op een andere boot. Wereldoorlog 3 afgewend (cimbaal + snaredrum en lachband).
Gelukkig zijn er Nederlanders in de weide omgeving. Een jong koppeltje komt aan boord en groet ons vriendelijk. Het jonge koppel is bezig aan een reis van 5 maanden door Afrika en ze vertellen ons enthousiast over een Vlaams restaurant dat ze bezochten in Kampala.
Met al dat gebrabbel over de andere touristen zou ik nog voorbij gaan aan de schitterende afsluiter van ons Murchison Falls avontuur: de bootsafari.
Hoewel minder exclusief, moet deze boottocht niet onderdoen aan de boottocht met Milton gisteren. We speuren de oevers van de Nijl af naar wild en zien krokodillen, olifanten, nijlpaarden, .... Vanuit de boot op de Nijl zijn al deze observaties bijzonder sensationeel. De olifanten komen zich verfrissen aan de oever die bewaakt wordt door hele troepen nijlpaarden. We zien de yellow-billed stork, nestplaatsen van bijeneters, de African skimmer, ....
Eenmaal bij de waterval aangekomen, is de Nijl heel wat smaller. De waterval is brut natuurgeweld. Een enorme massa water moet door een kleine kloof in het landschap. Hier worden we op de oever afgezet. Het merendeel van de toeristen blijft op de boot zitten. Onze politiek incorrecte interpretatie: de meeste toeristen zijn lui!
De grote groep gaat terug met de boot, en wij gaan met een kleine delegatie de waterval tegemoet. De beklimming van de waterval gebeurt met 3 sympathieke jonge meisjes en een bejaard koppel uit Brooklyn, New York. De ranger die ons begeleid kan ons heel wat geschiedenis van de waterval vertellen. Hij spot ook een zeer mooie, goed gecamoufleerde groene slang. We zijn onder de indruk. De Murchison waterval is groot en krachtig en omringt door prachtige jungle. De beklimming blijkt uiteindelijk een peulschil.
's Avonds worden we bij het diner vergezeld door 2 Nederlanders, een oudere man en (vermoedelijk) zijn dochter. Ook zij hebben hun reis geboekt bij Matoke Tours en zijn zeer tevreden over de service. We gooien wat visjes in het water over de politiek in België en Nederland en praten over hun reiservaring. Best wel aangenaam die Nederlanders in Afrika.
Nu rest er enkel nog slaap en nagenieten van één van de mooiste natuurparken die ik ooit bezocht. Wat een diversiteit!
Politiek incorrecte groeten vanuit Oeganda!



Oribi Resistance

Het is nog donker. We wandelen richting Nijl-oever. De Nijl is aangekleed in een mysterieus gewaad van wolkjes damp. Net boven het wateroppervlak vliegen talloze aalscholvers richting de delta, de plaats waar de Victoria-Nijl in het Albertmeer stroomt. Een rode zon heeft moeite om door te breken en sluiert zich in een grijze mist. Het water oogt rustig. Af en toe horen we de nijlpaarden territorium afbakenen met gebrom. In de verte komt een klein bootje aan. Milton komt ons ophalen voor de bootsafari. Milton blijkt een zeer bekwame gids te zijn. Hij weet veel van vogels en het nationaal park. Er zijn geen woorden die de sensatie kunnen bevatten van een exclusieve boottocht op de Victoria-Nijl. Buiten het adembenemend panorama, de moerassige oevers en het frisse ochtendbriesje, worden we getrakteerd op een grote variatie van 'sightings'. We zien 4 verschillende soorten ijsvogels, de Afrikaanse visarend, de slangenhalsvogel, de kraanvogel, een spectaculair ogende bijeneter, krokodillen en heel veel nijlpaarden.


Milton vertelt over de olie die ze gevonden hebben in de westelijke afsplitsing van de grote riftvallei. Hier in Murchison Falls zijn ze al begonnen met boren en zoeken ze nog steeds naar nieuwe plaatsen om te ontginnen. Ook onze bootsman maakt zich ernstige zorgen over de gevolgen voor deze prachtige natuur. Eén lek en het is om zeep met de gezonde fauna en flora van deze delta. Milton stoort zich onder meer aan het tijdelijke karakter van deze olie-ontginning. Eens ze al de olie eruit hebben gepompt, is het voorbij. Maar de schade aan het landschap en het leven is onherroepelijk en definitief. Domme mensen zijn wij, dat we zo'n zaken nog steeds doen. Opnieuw zijn de Chinezen van de partij. Onze gids Alfred spreekt van een 2de kolonisatie van Afrika. De Chinezen zijn overal. Ze investeren en pompen het land verder leeg. Daar waar de vorige kolonisten nog grondstoffen hebben achtergelaten, stelen de Chinezen het nu onder de neus van de Afrikanen weg. OK, OK, er is een groter perspectief. Ze zorgen voor banen voor veel Oegandezen. Maar waar zullen deze Oegandezen staan als de olie weg is? En wat hebben we aan banen als we de pracht van de natuur in de wereld volledig hebben verknoeid?
Gelukkig zijn er nog de Oribi. De op één na kleinste antiloop doet stilzwijgend een protestactie. Ze doen een 'sit-in'. Op alle wegen die door het park lopen, gaan ze in het midden van de weg zitten. Het lijkt wel of ze bewust zeggen: stop onze leefwereld te verkopen. Ik zou zeggen: 'Fight on! Brave little creatures!'
Op de avondsafari wordt duidelijk dat ook de giraffen zich bij dit protest hebben gevoegd. Al zijn ze wat meer op hun hoede als wij aankomen met onze Toyota Landcruiser. Ook George, de flauwe-grappen-gids, is weer van de partij. De beste remedie tegen zulke gidsen: zelf flauwe grappen beginnen te vertellen. 'What is the leopard of Belgium? The housecat!' (cimbaal en snaredrum + lachband). George is wel wat beter in vorm dan gisteren. Al helpt zijn enthousiasme niet om alsnog het luipaard of de 'shoebill' te vinden. We maken wel kennis met de bushbuck, een mooie antiloop met witte strepen en stippen op zijn lichaam, en zien voor de eerste keer een goochelaar (een mooie arend) op de grond zitten.

Een geslaagde dag waarin we toch opnieuw ruimte moesten vinden voor bruine-substantie-zaken. Al bij al valt het wel mee. Buiten wat krampjes hier en daar, en een keer wat vlotter, slagen we er nog uitmuntend in om te genieten van de parel van Afrika. Morgen meer!  

Flauwe-gidsen-humor

Zwoele Afrikaanse ritme's op de achtergrond. In een zinderende hitte. Murchison Falls National Park ligt in het noorden van Oeganda aan de samenloop van de Victoria-Nijl en de Albert-Nijl. Het grootste nationaal park van Oeganda heeft heel wat te bieden: watervallen, savanne, savannebos, moerasland, ....
In de jaren 90 was dit nog oorloggebied, rebellen van de LRA hadden toen nog het noorden in handen en de Victoria-Nijl was (en is) de grens tussen noord en zuid Oeganda.
Onze eerste indruk van Murchison is meteen een goede. Reeds voor we het park betreden zien we al een groepje olifanten door het moerasland wandelen. Het landschap is opnieuw volledig anders. Wie had kunnen denken dat Oeganda zoveel te bieden had. Glooiend landschap van savanne met overal palmbomen. Het lijkt wel een uitgerokken tropisch regenwoud. We zien giraffen, oribi (de op één na kleinste antiloop), het nationaal dier: Ugandan Cob (lijkt sterk op een impala) en veel wrattenzwijnen.
Om in Murchison te geraken, hebben we weer een hele weg afgelegd. Alfred heeft weinig geslapen vannacht, maar stond toch weer paraat om ons de hele dag te gidsen. We verlieten Gulu met een positief gevoel. Overal behalve in onze darmen. Frankenweenie is een aantal keren 's nachts wakker geworden. Ze zit met het bruine-substantie-probleem. Ook uw blogschrijver had al betere darmdagen, maar de dwerg is niet te stuiten. Ze is een rots in de branding. We onthouden van Gulu vooral de airco, het internet en een gezellige tête à tête met het vrouwtje, die 's avonds opnieuw in Mss Jeckyl veranderde.
De weg naar Murchison had geen verassingen. Het Oegandese leven is inmiddels een gekend tafereel. Het enige dat er nog uit sprong waren de vele kerkjes onderweg, die, omwille van de eerste zondag van het jaar, overvol zaten. De weg startte slecht, maar verbeterde weer als we op de verbindingsweg tussen DRC (Congo) en Zuid-Soedan kwamen.
We maakten een stop bij een waterval die binnenkort zal moeten wijken omwille van een grote waterkrachtcentrale die er geplaatst zal worden door Chinese investeerders. Oeganda is een arm land met een regering die geld in het laadje wil krijgen. Begrijpelijk, maar jammer genoeg steeds ten koste van de natuur. De waterval is indrukwekkend en we zien onze eerste nijlpaarden hun kop uit het water steken.
De weg naar de lodge loopt dwars door Murchison. We slapen vannacht in de River Lodge. Weer zeer luxueus allemaal. Een huisje voor 3 met alle luxe die je maar kan wensen. Een degelijke douche, een terras en een welkomstcommité van aapjes (vervet monkeys). De eetzaal spreekt helemaal tot de verbeelding. Een modern open lodgegebouw met meubels van gerecycleerd hout, een nieuw strooien dak en een groot uitzicht over de Victoria-Nijl. We lunchen met het uitzicht op olifanten die in de moerassige oever aan de overkant afkoeling zoeken. Simpelweg goddelijk!
De avondsafari kan ook best tellen. Ranger George is zeer vlot geschoold in flauwe-gidsen-humor. Je kent ze wel, die gidsen die mopjes vertellen die ze tegen elke toerist vertellen alsof ze steeds opnieuw het warm water hebben uitgevonden. Maar hij valt wel mee die George. Al wordt elke gids 'overclassed' door onze eigen Alfred, die meestal meer kennis ter zake heeft dan de lokale gidsen. We zien al de zoogdieren opnieuw, maar ook de nationale vogel van Oeganda, de prachtige kraanvogel. De vogels voeren een mooie paringsdans uit, voordat ze het luchtruim kiezen.


Zoals overal op deze planeet is ook in Murchison de mens bezig met vernieling. De Oegandese regering verkocht haar ziel aan een oliemaatschappij die temidden van deze natuurpracht olie mag pompen. We zien doorheen het natuurgebied verschillende keren werkmannen van de oliegiganten. Gelukkig zien we de natuur er nog niet onder leiden, maar we stellen opnieuw vast dat onze opportunistische soort alles wat in zijn pad komt, vernielt.
Na de avondsafari volgt het diner in de lodge. Het uitzicht over de oevers van de Nijl blijft tot de verbeelding spreken. Het gezellig etentje wordt abrupt afgerond als moedertje last heeft van misselijkheid. Onder begeleiding van uw blogschrijver, wordt ze naar haar bed gebracht. Ons systeem heeft last om zich aan te passen.

Morgen een bootsafari naar de Nijldelta aan Lake Albert. We kijken er al naar uit!

zondag 5 januari 2014

Frankenweenie en de dwerg

Hoe beland je in een Oegandese western? We verlaten het wilderness camp richting stad. Gulu is de grootste stad van Noord-Oeganda. Onderweg zie je bolletjes katoen door de wind waaien. Dorpjes bestaan uit bakstenen huisjes aan de baan met een veranda. Het ene huisje is een winkeltje, het andere een naaiatelier (met 1 manueel naaimachientje). Achter de huisjes staan hutjes zoals in het dorp dat we eergisteren bezochten. Boeren met koeien en geiten, en kippen die net ontsnappen aan de slachting van onze Toyota Landcruiser. Waterdragers lopen met grote gele jerrycans naar de waterpompen.
We gaan snel. Zo snel dat we reeds 's middags in Gulu aankomen. De grootste stad van het noorden is niet veel groter dan 4 tot 6 hoofdstraten. We verblijven in het Gulu Churchill Court Hotel. Grote luxe in dit grote hotel. Airconditioning, internet en heerlijk eten. Alfred schuift 's middags gezellig mee aan tafel. Hij verblijft in een ander deel van de stad.
Inmiddels is Jolijn getransformeerd in Frankenweenie, een lief monstertje met kartonnen vel en wild haar. Met het dwergje is alles nog steeds OK. Ze geniet met volle teugen van de reis.

We verkennen de stad, Frankenweenie, de dwerg en ikzelf. Groot is de vreugde als er veel mooie Afrikaanse stoffen worden gevonden op de markt. De markt zelf stelt niet zo heel veel voor – houten stalletjes omringt door zeer kleine betonnen kamertjes. Iets dat we enkel kunnen omschrijven als een open riool loopt door de kraampjes. Vrouwen wassen er hun kinderen in, toch wel een beetje schrijnend. Kleine kindjes spelen tussen stalletjes van witte kolen die op de grond onder een zelfgefabriceerd afdakjes worden fijngesneden. Een kindje helpt met het uitladen van een auto met ananassen.
In de rest van de stad verkopen ze andere spullen. Er zijn winkels met grote muziekboxen en met zonnepanelen en rudimentaire GSM-herstelwinkels. Ook Oeganda ontsnapt niet aan grote concurrentie tussen providers van internet en telefonie. Ze lokken mensen met moderne muziek. Het luchtruim wordt overheerst door zwarte wouwen en de machtige maribu-ooievaar. Gulu is een leuke afwisseling.


's Avonds genieten we opnieuw van het lekkere eten. Het dwergje kiest voor een vroege nachtrust en ik geniet samen met mijn vrouw van een Afrikaanse thee.

Net zoals bij uw blogschrijver, beginnen de darmen van Frankenweenie wat meer te draaien en te keren. Dat voorspelt veel goeds. Hopelijk zal bruine substantie niet het hoofdthema worden van de volgende dagen.