We zitten op de grens. Niet alleen de
grens van Oeganda, DRC en Rwanda, maar ook de grens van onze reis.
Het einde nadert. Traveller's rest was fantastisch. Het heeft een
bepaalde sfeer. De bediening is goedlachs en dolt spontaan met de
gasten. Je voelt ook echt dat de muren geschiedenis ademen. Ook
Kisoro is speciaal, een grensstad met de nodige intrige die je enkel
vindt in grenssteden. De verhalen over de rebellen in Congo, de
openbare rechtszaak, de internationale markt en het nabijgelegen
transit-kamp van de VN spreken tot de verbeelding. Het is een
meerwaarde om op dit drielandenpunt te staan om een ietwat
realistischer beeld te hebben bij het leven in woelige gebieden. Al
zal het ons (hopelijk) nooit mogelijk zijn om echt in te schatten wat
het is om met zulke zaken rekening te moeten houden; wat het is als
dit je realiteit is. We hebben echter geen ongelukkige mensen
gezien, enkel wat meer uniformen en kalasjnikovs. Mensen slagen er
steeds in om in alle omstandigheden te leven, hoop te vinden en
gelukkig te zijn. Dit is niet anders in Oeganda. Ik heb veel
gelukkige en vriendelijke mensen gezien. Ik heb zelfs de indruk dat
ik meer gelukkige mensen heb gezien in Afrika dan in West-Europa.
Onze dag start met een lekker ontbijt
in Traveller's Rest. Voordat we naar onze laatste echte
vakantiebestemming gaan, stoppen we even in de 'Coffeehouse' om onze
blog te posten. Alfred is in 'form'. Hij brengt ons vlot naar onze
bestemming, Lake Bunyonyi. De weg naar onze lodge stopt aan een
houten pier. We verstoren een lokale groentemarkt en werpen al onze
bagage in een klein bootje. Alfred zal ons niet vergezellen naar ons
eiland. Inderdaad, u leest het goed, ons eiland. We willen niet
uitpakken of stoefen, maar toch even benadrukken dat we, voor onze
laatste lodge, een heel eiland hebben afgehuurd op dit groot
kratermeer. We varen een half uurtje tot we bij een klein eiland
aankomen. Wat blijkt: het eiland is, buiten een superbe lodge, een
waar vogelparadijs. Voor de lunch heb ik al verschillende vogels
kunnen fotograferen, inclusief de prachtige Paradise Flycatcher. We
zijn weeral onder de indruk van de accommodatie. Dat we hier alleen
verblijven is goed meegenomen.
Op het programma staat een dagje
luieren aan het meer. Uw reizigers zouden echter geen blogschrijver,
Frankenweenie en een dwerg zijn als ze bij de pakken zouden blijven
zitten. Wij kunnen geen 5 minuten stilzitten op reis. Je zou wel
eens een ervaring kunnen missen! De lodge biedt verscheidene
activiteiten aan en, hoewel de vogeltocht me ook wel aanspreekt,
kiezen we allemaal voor een trip naar een lokale Pygmeeënstam. Het
verhaal van de Pygmeeën is tragisch. Nog voordat we de Pygmeeën
ontmoeten, staan we even stil bij de andere kant van het verhaal van
de bescherming van de berggorilla. Elk positief verhaal kent zijn
keerzijde; een actie kent een reactie; een muntstuk heeft twee
kanten. Nadat de landbouw de bergen in deze prachtige omgeving heeft
ontbost en zo het regenwoud en de habitat van de berggorilla danig
heeft verkleind, werden de Pygmeeën uit het regenwoud verdreven om
de bescherming van de berggorilla te vrijwaren. Het kleine stukje
regenwoud dat overbleef was niet groot genoeg om zowel de
berggorilla's als de Pygmeeën te herbergen. Bij het creëren van de
nationale parken werden de Pygmeeën uit het regenwoud verdreven.
Het volk, dat volledig aangepast was aan het leven in het regenwoud,
was/is landloos en verspreidde zich over de regio. Tot op de dag van
vandaag zijn ze 'outkasts' en krijgen ze geen respect van de lokale
bevolking omdat ze ongeschoold en onwetend zijn. Ze worden
gediscrimineerd en staan aan de rand van de maatschappij. Alle
mogelijke 'skills' die ze hadden om te overleven in het regenwoud
zijn volledig onbruikbaar in de marginaliteit van de Oegandese
maatschappij. Hier aan het Bunyonyimeer leeft zo'n stam op een klein
lapje grond dat werd aangekocht door een Nederlander en ter
beschikking werd gesteld van de Pygmeeën.
We varen over het grote meer dat
omringd wordt door groene vulkaanheuvels die volledig gebruikt worden
als landbouwgrond door de lokale bevolking. Kale afgeronde bergen
met akkers en hier en daar een stukje eucalyptusbomen. Een heel eind
van de nederzetting van de Pygmeeën meren we even aan om een Pygmee,
wat later het stamhoofd blijkt te zijn, in te lichten over onze
komst. Er ontstaat heel wat verwarring. Een vrouw met een baby holt
het stamhoofd achterna. Ze houdt de baby slechts vast aan één arm.
Het stamhoofd stapt even in de boot om meteen weer uit te stappen.
We kunnen niet goed volgen. Blijkbaar moeten we nog een stuk verder
varen. Eenmaal aan de voet van de berg aangekomen stappen we uit en
worden we meteen verwelkomd door een bende kindjes. Ze stormen op
ons af en nemen van ieder van ons een hand. Ze stellen zich voor en
trekken ons de berg op. Ergens halverwege wordt er reeds om geld
gevraagd. Wij verstandige toeristen, wijzen dit af. We willen de
kinderen niet laten wennen aan bedelgeld. Ze moeten sterk zijn en
later voor zichzelf kunnen zorgen.
Frankenweenie, die nog stokstijf is van
de inspanningen van de laatste dagen, heeft het best moeilijk met de
beklimming. Ze begint hier en daar kwaaltjes te voelen: spierkrampen
hier, rugsteken daar, .... Het kost haar veel wilskracht om de top
te bereiken.
Op de top van de berg, krijgen we eerst
het schooltje te zien. Primitief is een understatement. Een gebouw
van leem op een zandheuvel met wat houten bankjes en een schoolbord
zou moeten dienen als school. We vragen de gidsen van onze lodge of
ze hier les krijgen en zij antwoorden: Elke dag. Ik heb er sterke
twijfels over. Althans over de kwaliteit van dit onderwijs.
De oppervlakte die de Pygmeeën
bezetten, bestaat uit hooguit zo'n 200 m². Het schoolgebouw is het
enige echte gebouw dat op deze oppervlakte staat. De mensen van de
stam leven in hutjes die amper de naam hutje waardig zijn. Wat
bijeengeraapte gedroogde planten en plastiek op een hoopje ter
grootte van zo'n 4m² waar een familie van 8 mensen in slaapt naast
het kookvuur. De mensen zien er zeer onverzorgd uit. Ze hebben
T-shirts en broeken aan die als vuile vodden aan hun lijf hangen. Ze
spreken geen Engels. Als alle dorpelingen aanwezig zijn, bestaat
deze groep mensen uit zo'n 10 vrouwen, 10 mannen en 30 kinderen van
alle leeftijden. Een kleine groep in de diepste armoede die we ooit
zagen. Terwijl onze gidsen uitleggen dat deze mensen geen respect
krijgen van de dorpelingen omdat ze leven als beesten, lachen ze af
en toe met hen. Ze kunnen zelf ook geen respect opbrengen voor deze
mensen. Deze Pygmeeën leven niet meer. Ze overleven. Hun bestaan
is harder dan wij ons kunnen voorstellen. Wij, wij bezoeken hen. We
trachten hen te behandelen met respect. We hebben interesse, maar
zijn vooral in shock als de Pygmeeën een traditionele dans starten
en zelfs de kleinste kinderen mee dansen. We zien zieke mensen,
dronken mensen (het stamhoofd).
Ze doen hun uiterste best om het
enige dat van hun cultuur overblijft te delen met ons, de rijke
stinkerds uit het Westen. Medelijden heeft altijd een negatieve
connotatie gehad. Dit is nu niet anders. Maar je kan de gemengde
gevoelens van deze ontmoeting niet onderdrukken. Je wordt hard met
de realiteit om de oren geslagen. Wij zijn niet rechtstreeks
schuldig aan het lot van deze mensen, maar als mens kan je er niet om
heen door een zeker verantwoordelijkheidsgevoel overvallen te worden.
Hoe wij de wereld reconstrueren en continue herdefiniëren om onze
eigen belangen te dienen. We schuiven alles en iedereen opzij in de
naam van vooruitgang.
Daar waar we nog enthousiast mee konden
dansen in het dorp in het noorden van Oeganda, worden we hier met
verstomming geslagen. De confrontatie is te groot. De toekomst van
deze mensen, die door gezondheidsproblemen, gebrek aan onderwijs,
incest, ... getroffen zijn, zien we zeer somber in. We kopen hun
kleine zelfgemaakte handwerkjes en poppetjes, en geven een donatie
aan het stamhoofd, zonder dat we enige garantie hebben dat we hiermee
een positieve bijdrage hebben geleverd. Wat er met het geld zal
gebeuren is ons een raadsel. Hopelijk zal iemand zich ooit ontfermen
over deze mensen en hen krachtig genoeg kunnen maken, dat ze zelf hun
leven over een andere boeg kunnen gooien.
Bij het verlaten van de nederzetting
zingen en dansen ze om ons te bedanken voor onze gift. Frankenweenie
wordt zo overvallen door emoties dat ze uitbarst in tranen. De dwerg
volgt en uw blogschrijver slikt even (hij moet immers nog een blog
kunnen schrijven later op de dag).
We rollen de berg af naar de boot en
worden nog steeds op de voet gevolgd door de kindjes. Onderweg naar
ons privé luxe-eiland praten we met elkaar om de pakkende
gebeurtenis te verwerken. We stellen vast dat we machteloos staan
tegenover zo'n onrecht en miserie. Het is zeer wreed. We zijn wel
zeer blij dat we dit hebben ervaren. Het beeld dat we hebben van
Oeganda zou niet compleet zijn zonder deze bijdrage. Oeganda is een
prachtig land met prachtige mensen. Het is ook een land van
contradictie en controverse. We zijn verliefd op deze parel van
Afrika en willen zeker en vast nog eens terugkeren. We zijn rijker
door deze reis en deze ervaring.
's Avonds genieten we van onze bonte
avond. Morgen is een reisdag en slapen we slechts een paar uurtjes
in de Airport Guesthouse voordat we op onze vlieger stappen. De rust
op dit eiland is ongeëvenaard. Te midden van de vogels en krekels,
in een aangename temperatuur, eten we een heerlijke maaltijd. Bomma
tipsy is van de partij en dat is altijd wel wat sfeer. We vullen de
enquête van Matoke-tours in en overlopen zo heel de reis nog een
keer. Het was onvergetelijk. Hoewel de toon van deze blog gedurende
de hele reis veel ernstiger was dan bij onze vorige reis. Hoewel uw
blogschrijver het niet kon laten zijn ongezouten mening te spuien (al
beseft hij dat hij zelf zeer onwetend is en gevoed wordt door
onzekerheid). Oeganda, de parel van Afrika, zal voor altijd een grote
plaats krijgen in ons hart. Een onvergetelijke ervaring!