dinsdag 31 december 2013

Happy Newyear Everybody!



Newyears Eve at Fugly's in Kitgum

Give Me My Money

Ik word wakker naast mijn lieftallige vrouw om kwart voor zeven 's ochtends. Wat een zalige nachtrust. In één blok geslapen, zeker zo'n 9 uur aan één stuk. We hadden het blijkbaar nodig. Uit onze raampjes hebben we een prachtig uitzicht over de vallei. Bergen, bananen- en koffieplantages. De vogeltjes zingen hun ochtendlied en wij ontbijten met 'scrambled eggs'. Dit zal ongetwijfeld niet de laatste keer zijn dat we ontbijten met eieren.

Mozes groet ons aan de ontbijttafel. Hij heeft zijn goed humeur zeker niet thuis gelaten. We starten onze wandeling in de lodge. De mensen uit de omliggende dorpjes leven allemaal van de koffiebussiness. Als ze niet in de koffiebussiness zitten hebben ze een groot probleem. Armoede is hoedanook sterk aanwezig in heel Oeganda. Maar zoals Alfred ons reeds zei, is het grootste probleem in de grote steden. Mensen trekken van het platteland naar de steden om hun geluk te beproeven en snel geld te verdienen. Dit lukt vaak niet.
Hier op het platteland kunnen de mensen nog overleven door de lokale gewassen te eten. Er groeien avocado's, mango's, Matoke-bananen, ... .



Laat er geen twijfel over bestaan: Oeganda is een groen land in de Tropsiche zone. Het bruist hier van het leven, zowel fauna en flora als mensen. Sipi-falls is geen natuurpark en omgeven door dorpen. Overal kruisen we het pad van de lokale bevolking. Ze zijn zeer vriendelijk en groeten ons. Ze zijn ook geïnteresseerd in ons, en wij in hen. Mozes brengt ons bij een lokaal gezinnetje, althans de vrouwen van een lokaal gezinnetje. De mannen zijn uit aan het werken en de vrouwen zorgen voor het huishouden en hun lemen hutten. Het is er erg proper. De kippen lopen rond tussen de matten waarop bonen aan het drogen zijn. De interactie met hen zorgt soms voor grappige cultuurverschillen. Er is veel interesse in het weer in België alsook in de leeftijd en echtgenoot van moeder. Of ze het goed kunnen vatten dat ze gescheiden is, is me niet duidelijk.
De jonge vrouwen en hun moeder praten ook openlijk over hun besnijdenis. Ze praten erover zonder schroom en lijken er trots op te zijn dat ze dit hebben laten doen. Ze vinden het de normaalste zaak van de wereld. Mozes geeft aan dat besneden vrouwen meer rechten hebben. Tijdens de verdere wandeling denk ik er nog wat verder over na. Wij Westerse mensen hebben vaak de neiging om onze culturele achtergrond als standaard en normaal te beschouwen. Niets is minder accuraat natuurlijk. We veroordelen besnijdenis bij vrouwen, terwijl dit een cultureel fenomeen is en binnen het systeem van hun cultuur perfect werkt. Niettegenstaande dat de methode van de besnijdenis niet goed te praten valt. Maar heeft dit te maken met de druk van het Westen en de Oegandese overheid om het klandestien te laten doen? In elk geval zijn er veel gevallen van ontstekingen en misvormingen na de besnijdenis, wat uiteraard zeer triest is.
Toch is de lichamelijke verminking in teken van cultuur ons niet vreemd. Denk aan het besnijden van mannen, tatoeages, scarification, .... Allemaal culturele fenomenen die perfect aanvaard worden en ook lichamelijke schade toebrengen. Evenzeer tegennatuurlijk, maar perfect aanvaard door de Westerse mens.
Ook op het platteland valt op dat mensen het niet breed hebben. Ze overleven. In Oeganda is het voor de meeste mensen een realiteit dat overleven de dagdagelijkse activiteit is. Zoeken naar eten of geld om eten te kopen komt op de eerste plaats. Onderaan de pyramide van Masslow is er geen tijd om aan mindfullness te doen. Maar als we vragen aan Mozes of de mensen hier gelukkig zijn, zegt hij volmondig: ja. Misschien tijd om de zaken wat meer te relativeren en in plaats van mindfull in onszelf te kijken, terug wat meer tijd te maken om te kijken naar wat er rond ons beweegt. Gelukkig zijn met wat je hebt!
Je kan er niet aan ontsnappen. Je bent hier de rijke blanke man/vrouw. Goed wetende wat we thuis aan welvaart hebben en dat de discussies thuis bestaan uit hoe we ons geld best uitgeven (zowel in het gezin als in de maatschappij), overvalt me af en toe toch het idee dat de wereldtaart bijzonder slecht verdeeld is en dat wij het geluk hebben geboren te zijn in West-Europa. Schuld zou ik het niet noemen, maar eerder het besef dat ik me niet kan inbeelden wat het moet zijn om generatie na generatie op te groeien zonder educatie en met enkele overlevingsstrategiën om me door het leven te slaan. Wij komen hier en kijken naar de andere omstandigheden. De toeristen. Niet negatief: ik leer hier elke dag bij over mensen en tot wat ze in staat zijn. Moeilijke oefeningen. Geen cultuurshock an sich, maar een verrijkende ervaring.

Op wandeling passeren we ook een aantal kinderen die ons een tijdje volgen. Voor ze terugkeren zeggen ze: 'Give me my money'. Hoewel ze niet beseffen wat ze vragen. Het is het enige Engels dat ze kunnen. Hebben ze wel een punt. Ik heb enkel mijn eigen geld bij me, maar naar analogie met de wereldtaart zou het best kunnen dat ik zijn geld eigenlijk bijhoud. Hopelijk vinden we ooit een gezonde manier om zijn geld terug te geven.

Wat zwaarwichtig allemaal. Waar is de luchtige schrijfstijl van de vorige blog gebleven. Het lijkt wel of het hier een zeer serieuze en zwaarmoedige vakantie is, maar niets is minder waar. Mozes is goedlachs en we hebben de tijd van ons leven in de Oegandese countryside. Na de beperkte (3 gangen) lunch in de lodge vervolgen we ons eerste Oeganda-ervaring. Next op het programma: Koffiebussiness!

Mozes komt uit de buurt en slaagt er in om het hele proces van koffieproductie uit te leggen en te tonen. Meer nog, we roosteren onze eigen koffie in een potje op het vuur bij een local. Niet enkel van het hele koffieproces zijn we onder de indruk, maar ook van de ingenieuze oventjes die gebouwd worden met wat bakstenen en leem. Prachtig waar mensen met zo weinig middelen in slagen. De vrouw die haar woning ter beschikking stelt heeft een zeer jong dochtertje Maxima. We geraken helemaal vertederd door het enthousiaste kind dat op een gegeven ogenblik zelfs enthousiast een brokje aarde in haar mond steekt.
We drinken de heerlijke, veel te straffe koffie op en kopen elk een pakje groene, gedroogde koffiebonen die we thuis nog eens zelf kunnen roosteren op ons kookvuur.

Het is onmogelijk om een beschrijving te maken van de omgeving. Je kan schrijven over bergen, tropisch klimaat, rode aarde, mooie watervallen, vriendelijke mensen en een toffe sfeer, maar dit zijn allemaal holle woorden als je hier niet zelf hebt gestaan. Iedereen in het westen zou dit een keer moeten ervaren. Al is het maar om de welvaartproblemen en de crisis wat te relativeren.

Voldaan en tevreden keren we terug naar de lodge. We betalen en bedanken Mozes voor de toffe ervaring en eten gezellig ons avondmaal, een 4-gangenmenu. Ze doen momenteel nog steeds veel moeite om ons zeer Westerse kost voor te schotelen. Ik kijk al uit naar mijn eerste Matoke (bananenpuree).

Na het eten hebben we wat discussie over het geld en de fooien. We besluiten ons geld in één pot te gooien en enkel souvenirs te noteren. We proberen in te schatten hoeveel en wanneer we onze trouwe chauffeur en gids, Alfred, fooien moeten geven. De informatie van Matoke-tours is beperkt. We tellen onze miljoenen USH (Oegandese Shilling) en komen tot de vaststelling dat er wel zo'n 10 kinderen naar privéschool zouden kunnen gaan met wat we hier op 3 weken zullen uitgeven. Stop, stop, laat het los Tom, laat het los!

We trekken terug in onze romantische Banda met Afrikaanse nachtgeluidjes op de achtergrond. Morgen staat opnieuw een lange rit op het programma. Oudjaar zullen we vieren in een niet noemenswaardig stadje ten noorden van hier, Kitgum.

De lodge was schitterend! Ik onthoud: de warme douche, Steve, Stoney, zaagseltoiletten en rust en kalmte. Genieten maar!



Don't Follow Me, Follow Jesus

5u 's ochtends, een luide knal maakt ons wakker. Is dit het begin van het einde? Is het Oegandese rebellenleger tegen Al Shabaab aan het vechten in de straten van Kampala? Jolijn kijkt even door het raam. Nee hoor, we zijn nog steeds in de Florastraat in Borgerhout. Lokale vrolijkerds zijn lustig vuurwerk aan het afsteken, een voorbode van oudejaarsnacht. Een nacht die we niet in Antwerpen zullen beleven, maar in Oeganda.

5u 's ochtends en al veel te laat gaan slapen. Nog een paar uurtjes en taxi Frank staat voor de deur. We zijn er helemaal klaar voor. Van slapen komt nu natuurlijk niets meer in huis.
Taxi Frank is goed op tijd en de rit naar Zaventem verloopt vlekkeloos. Ergens onderweg hebben we een dwergje opgepikt dat graag mee op reis komt. Jawel hoor, moeder mag mee apen gaan spotten.

Het belooft een lange 48 uren te gaan worden. Op de planning staat: een vlucht naar Istanbul, een transfer naar Oeganda met tussenstop in Kibale (Rwanda), een kennismaking met onze chauffeur/gids, een verfrissing in een guesthouse en een lange rit naar onze eerste bestemming, Sipi Falls.

Vliegen, AAAAAAAAAH! Hoe lang gaat dat nog duren voordat we gebruik kunnen maken van een star trek-achtige oplossing. 'Beam me up, Scotty' en klaar. Geen lange securitybulshit, geen immigratiegedoe, bagagegedoe en, belangrijkst van al, geen 12u van je leven vastzitten op een vliegende tube. Toegegeven: Turkish Airlines heeft een fantastische catering - 'eat your heart out Richard Branson' - en zeer vriendelijk personeel. Maar ze zouden echt wel iets mogen veranderen aan die sauna in de passagiersruimte en de lucht die zo droog is dat er een vulkaanlandschap onstaat in je neus (Jolijn zou later op zondag zelfs nog een vulkaanuitbarsting krijgen). Urenlang stilzitten op 'ne vlieger' doet iets met je. Zo geraken lichamelijke klachten die aanvankelijk nog sumier leken, te ontaarden in waarlijke martelingen (dat staartbeen en die nek, miljaar). Uiteindelijk kom je uitgeput, om 1u 's nachts aan in Kibale, de hoofdstad van Rwanda. Niet echt gepland, maar als je eenmaal toch ingedut geraakt, zorgt Turkish voor een gezellige tussenstop in een stad ten zuiden van de bestemming. Neem het van mij aan, je doet geen oog meer dicht als de ene helf van de passagiers moet afstappen en de andere helft, om wie weet welke reden, de handbagage begint te doorzoeken naar spullen die ze uiteindelijk toch niet nodig zullen hebben. Ik moet toegeven dat deze reislustige gedemotiveerd geraakt op 'ne vlieger'.

Net als de wanhoop nabij is, is daar de redding. We landen om 4u30 's ochtends in Entebbe, Oeganda. Als we uit het vliegtuig stappen merken we meteen dat we in een tropisch land zijn beland. Een heerlijke warme en vochtige lucht komt ons tegemoet. Het is alsof je in een teranium stapt. Het ruikt heerlijk en geeft je meteen goede moed. De laatste horde wordt met gemak genomen: we peuteren een visum los met harde cash en vissen 3 grote rugzakken uit de eendjesbak. Oeganda here we are!

Al bij al moeten we toegeven dat het eigenlijk niet vlotter had kunnen gaan. Bij de uitgang staat onze gids ons op te wachten met een bordje. Met een leuke glimlach rijkt hij ons de hand en verwelkomt hij ons in zijn prachtig land, de parel van Afrika. Alfred (J. Kwak) zal ons heel de reis bijstaan. Een rots in de branding, een chauffeur, een gids, een huisvader, een .... zeer schappelijke vriendelijke man die ons heel wat kan vertellen over zijn land.

We nemen een pitstop in een dichtbijzijnde guesthouse, slapen nog een uurtje ofzo, nemen om 8u een ijskoude douche en gaan ontbijten. Samengevat: van 5u 's ochtends zaterdag tot zondagochtend 8u hebben we zo'n 2u30 minuten geslapen. We zijn dus in 'forrem'.
Er staat ons een lange rit te wachten. Eerst wat praktische zaken afhandelen, de dollars wisselen en water kopen, en daarna op weg.
We worden overdonderd door impressies van het Oegandese leven. Een echte cultuurshock is het niet, de manier van leven doet wat denken aan Madagascar. Veel stalletjes en winkeltjes langs de baan. Vele straatverkopers die alles van toiletpapier tot kip op een stokje willen verkopen (al zijn ze niet opdringerig). Rood-roestige ondergrond, tropische bomen, overal wel wat beweging ....
Er zijn ook nieuwe dingen. Heel grote indrukwekkende Maribu's maken het luchtruim boven grote steden onveilig. Op verschillende plaatsen in Kampala zitten groepjes van deze reuzen in de bomen. Ze hebben er zelf nesten in het midden van drukke straten. Echt wel prachtig.
De vele taxi-busjes rijden als piraten over de baan. Ze hebben allemaal een religieuze boodschap op hun koffer staan.

'Don't follow me, follow Jesus'

We passeren een UN konvooi. Vrachtwagens met containers noodhulp voor Oost-Congo en Zuid-Sudan. Alfred weet ons te vertellen dat er zo'n 400 000 Congolese vluchtelingen verblijven in Oeganda. Ze leven in vluchtelingenkampen in de Rwenzori streek. Alfred benoemt dit als een potentieel probleem. Er is geen werk voor de vluchtelingen en ze zijn niet allemaal blij met het leven in de kampen. Dit is mogelijk een bedreiging voor Oeganda volgens Alfred.

Onderweg zie ik al verscheidene prachtige vogels. Het belooft, die parel van Afrika.
We hebben wel weinig tijd vandaag. We moeten op onze eindbestemming geraken. Na een heerlijke lunch in de buurt van de bron van de Nijl in Jinja, gaan we in speedtempo verder. De dames knikkebollen en vallen af en toe in slaap. Ook ik heb het af en toe moeilijk. Vanaf Mbale is er hier en daar een put(je) in de asfaltweg. Maar ook hier loopt het vlot. Mbale ligt zeer dicht tegen de Keniaanse grens. Er zijn veel moslims te zien op straat.

Sipi is een dorpje in de bergen. We rijden tot op zo'n 1500 meter hoogte voordat we aankomen aan de lodge. Het is een waar paradijsje met een prachtig uitzicht op de hoogste waterval van Sipi Falls, een waterval van zo'n 100 meter. Ik heb al heel wat watervallen gezien in mijn leven, toch is die van Sipi prachtig. Zelden zag ik een waterval in vrije val van een klif, indrukwekkend.

We maken kennis met de gids die ons morgen door de valei zal leiden. Mozes is een jonge kerel met een goed gevoel voor humor. Hij licht ons in over de geplande activiteiten: een wandeling naar de 2 andere watervallen, kennismaking met de lokale bevolking en een koffie-tour.
We zijn de enige gasten in de lodge en dineren bij olielamp. Er is immers geen elektriciteit, maar wel al de luxe die we nodig hebben. De douche is perfect, lekker warm. Het was een waanzinnig lange dag. Uitgeput vallen we in slaap in onze Banda (hutje).


donderdag 26 december 2013

Are you ready to rumble?

Eén jaar en 7 maanden is het geleden… Wachten, longontsteking, wachten, werken, wachten, huisje kopen, wachten, Dieu en France, wachten, wachten, …

Het is zo ver! We gaan opnieuw op reis! Ook deze keer gaan we proberen onze vrienden en kennissen mee te nemen in onze avonturen. En bestemming Oeganda belooft zeer avontuurlijk te worden. Zo avontuurlijk dat het bijhouden van een blog en posten van nieuwe berichtjes een uitdaging op zich wordt. Een regelmaat van posts, zoals tijdens de Zuid-Afrika en Namibië-reis, zullen we waarschijnlijk niet kunnen bieden. Maar wij leven om te entertainen of geëntertaind te worden en zoeken wel een weg.

Eerst en vooral zoeken we een weg naar Oeganda. Een weg bezaait met allerhande obstakels. Dorothy is haar hondje vergeten en wijkt af van haar yellow brick road. De voorbije weken waren een heuse hindernissenloop en deze is nog niet afgelopen. Het is immers niet elke week dat je wortelkanaal doorboord wordt bij de tandarts; dat je een heus fortuin aan je neus ziet voorbijgaan; dat je letterlijk een stuk van jezelf verliest (die kilo’s!). Bovendien lijkt het universum ook niet echt mee te willen. Globale fenomenen trachten alsnog roet in het eten te strooien.

‘Jesus, did you see what GOD just did to us man?!’

Stormen teisteren de kusten van Frankrijk en Engeland in een wanhopige poging de plannen in de war te sturen. In Istanbul, Turkije volgt het éne protest, het andere corruptieschandaal op. In Republiek Centraal Afrika beschieten verschillende fracties van vredestroepen elkaar (Tjaad vs Burundi: 0-1). In Zuid-Soedan is een heuse rassenzuivering begonnen en in Oost-Congo moorden Oegandese rebellen onschuldige dorpjes uit. Al Shabaab blijft hopelijk in Kenia dit jaar.

En wij, wij gaan toeristje spelen. Mmmmh?! Klagen mogen we zeker en vast niet. Klagen over onze luxeproblemen als je naar een arm land, omringt door conflictgebieden, gaat, is zoals Johnny Thijs die klaagt dat hij te weinig verdient te midden van arbeiders die een werken voor een minimumloon met tijdelijke contractjes. Wat hebben we nood aan ontsnapping. Toen we in september terugkwamen uit Frankrijk, hadden we even geen last van de wereld. Zo ontspannen … . Nu zoeken we de ontspanning op in de inspanning, het avontuur…

Afrika here we come! We are ready to rumble!